De PvdD is kennelijk tot op het bot verdeeld over Extinction Rebellion
Dit weekend demonstreerde Extinction Rebellion wederom in Den Haag. De demonstranten blokkeerden de snelweg, werden massaal gearresteerd en een heleboel media deden daar verslag van. De eis: een einde maken aan de subsidies op fossiele brandstoffen. Mooie vraag: wat zou de Partij voor de Dieren (PvdD) van deze actie vinden? Zou de partij van Esther Ouwehand dit illegale doch geweldloze protest steunen? Moet de PvdD zich verbinden aan dit soort acties buiten het parlement?
We horen de PvdD er niet over en daar wil de partij kennelijk verandering in brengen. En dus organiseert de PvdD een aantal discussiesessies. Woensdag was er een derde avond, dit keer in Rotterdam. De vraag: moet de PvdD meedoen aan acties van deze en andere maatschappelijke organisaties? De PvdD schrijft aan de leden dat de acties van bijvoorbeeld Extinction Rebellion ‘het gesprek over activisme, expressieve politiek, burgerlijke ongehoorzaamheid en demonstratierecht actueler dan ooit’ maakt.
Het is niet moeilijk te zien dat dit een open zenuw is. Inhoudelijk zal de PvdD het eens zijn met de doelen van bijvoorbeeld Extinction Rebellion en het ligt voor de hand dat behoorlijk wat PvdD-leden zaterdag op de snelweg stonden. Maar zoals de PvdD zelf al schrijft: een partij heeft een andere rol dan een maatschappelijke organisatie, want deze is medewetgever. Is expliciete steun dan wel logisch? Is het misschien beter dat de PvdD de steun aan individuele leden laat?
Openbaar debat?
Uw verslaggever meldde zich aan voor deze avond. Een partijbijeenkomst is niet per definitie openbaar en bij ledenbijeenkomsten is het niet vanzelfsprekend dat pers welkom is. De PvdD meldde echter dat ik welkom zou zijn en dus zat ik woensdagavond in het WTC. Na een paar tweets wijst een man bij het podium naar zijn telefoon. Het is Bart Killestijn, een van de partijbestuurders, die zich vervolgens met twee anderen uit de voeten maakt. Een paar minuten later komt hij terug om met me te praten. Dat moet in de centrale hal.
Daar tref ik partijvoorzitter Ruud van der Velden. Dit is een ledenbijeenkomst zonder pers, zegt hij. Uitleg waarom het partijkantoor mij welkom heette krijg ik niet. Van der Velden meldt dat ik wel van harte welkom ben bij partijcongressen. Opeens denk ik terug aan het congres van drie jaar geleden of de PvdD transparant en democratisch moet opereren. De voorstanders van een normale, open partijorganisatie hebben die discussie overduidelijk verloren. De PvdD is als de dood is dat iemand merkt dat er interne verdeeldheid is.
Destijds was de PvdD ook al media-onvriendelijk. Dat kan niet verbazen: interne meningsverschillen mogen van de partijtop niet naar buiten komen, al kan iedereen heel eenvoudig beargumenteren dat die verschillen er zijn. Het is bewijs voor diep sektarisme, een koers die in het verleden al tot interne wrevel leidde, maar waar men nooit op heeft willen reflecteren. En dus komen er geen excuses, want de top van de PvdD heeft altijd gelijk namens de dieren, zelfs als hun eigen organisatie er een bende van maakt.
Beeld: Vegetarische hapjes bij de discussieavond van de PvdD. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.