Hoe kan de EU nou een overschot aan democratie hebben?
Uitgevers hebben nauwelijks zin om een boek over de EU uit te geven, zo lezen we in Dé EU bestaat niet: hoe democratisch is de Europese politiek? van Christoph Schmidt. Een vreemde gewaarwording: deze oud-correspondent Brussel van Trouw moest zelfs ‘leuren’ met zijn manuscript. Politiek in Den Haag wordt standaard interessant gevonden, maar als het woord ‘Brussel’ valt, verslapt de aandacht, schrijft hij. De Arbeiderspers durfde het uiteindelijk toch aan.
Gelukkig maar, want dit boek is de moeite waard. We krijgen een kijkje in het leven van een correspondent die in zijn eentje alle EU-verslaggeving van een krant doet. Dan ben je echt een manusje van alles en moet je je bezighouden met werkelijk alle EU-thema’s, van de Green Deal tot landbouwsubsidies, migratie, handelsverdragen en de afschaffing van de zomertijd. Schmidt schreef er jarenlang over. Al deze thema’s worden in dit boek meer dan helder uitgelegd.
Het is eenvoudig de EU ingewikkeld te maken, maar daar doet Schmidt niet aan. Hij legt in iets meer dan twee pagina’s voor de leek uit wat je van de EU moet weten: er is een Europese Commissie, een Europees Parlement en er zijn lidstaten. De rest is voor het grote publiek bijzaak. Eigenlijk is het nog simpeler: het Europees Parlement mag tegenwoordig wel over bijna alle wetgeving meepraten, maar speelt nog steeds een beperkte rol. Dat zien we in dit boek: het gaat vooral over de lidstaten.
Is de EU democratisch?
De centrale vraag van dit boek is of de EU democratisch is. Schmidt vindt de EU soms niet democratisch, maar soms ook te democratisch. Een gebrek aan democratie zie je bij het verhuiscircus van het Europees Parlement tussen Brussel en Straatsburg. Zowel burgers als Europarlementariërs willen ervan af, maar het fenomeen blijft gewoon bestaan omdat het zo in de Europese verdragen is afgesproken. Daarmee is het niet zomaar te wijzigen, hoeveel stemmingen, rapporten en petities er ook over verschijnen.
In andere gevallen ziet Schmidt juist een overschot aan democratie. Het migratiebeleid is een voorbeeld: daar is de EU geen grote gelijkmaker die verordonneert hoe het beleid er uitziet. Brussel duwt de lidstaten geen besluiten door de strot, maar laat ze begaan, simpelweg omdat het niet anders kan. Iedereen praat mee, van Europees Parlement tot nationaal parlement. De einduitkomst is dat er helemaal niets gebeurt en daar zijn mensen vervolgens weer boos over.
De vraag is vooral wat Schmidt onder democratie verstaat. Je zou kunnen zeggen dat beleid democratisch is als de bevolking de politici heeft gekozen die tot dat beleid hebben besloten. Als kiezers het daar niet eens zijn, kunnen ze hun politici na een tijdje vervangen. Vanuit dat perspectief is de Europese Commissie sowieso ondemocratisch, want die is niet door burgers weg te sturen. Europarlementariërs wel. Regeringsleiders en ministers – vaak met een omweggetje – ook.
Landen overstemmen
Schmidt ziet een ‘democratisch overschot’ bij het migratiebeleid, terwijl je prima kunt beargumenteren dat de democratie juist bij dat dossier precies doet wat die zou moeten doen. Schmidt beschrijft een poging om gezamenlijke migratiemaatregelen door te drukken. Een handjevol landen werd overstemd en zij voerden de maatregelen vervolgens niet uit. Was dat nou democratisch of niet? Het is maar hoe je ernaar kijkt. Zolang de burgers van die landen die weigering in orde vonden, lijkt er weinig aan de hand.
Je kunt natuurlijk ook zeggen dat weigerende landen ooit democratisch hebben ingestemd met hun toetreding tot de EU. Ze wisten hoe de EU besluiten zou nemen, welke invloed ze daarop zouden hebben en dat dat beleid ook voor henzelf zou gelden. Als de EU vervolgens conform die procedures besluiten neemt, is het slecht als ze die negeren. Onbetrouwbaar is het in ieder geval, maar is het ook ondemocratisch? Wisten deze landen wel waar ze aan begonnen? Mogen ze ook tussentijds van mening veranderen?
Deze democratie-discussie illustreert vooral dat landen bij gemeenschappelijk beleid vaak ander beleid krijgen dan ze hadden willen hebben. Hoe democratisch dat is, hangt van je perspectief af. Als Schmidt dan ook nog optekent dat lang niet al dat EU-beleid werkt, blijft vooral het beeld hangen dat de EU een hele gewone bestuurslaag is waar altijd wel wat over te zeuren valt. Het gaat er niet altijd even democratisch aan toe, het beleid werkt niet altijd, de ambities zijn te hoog en de politici te overmoedig.
Het is eigenlijk net Den Haag, behalve dan dat Brussel veel minder interesse oproept.
Beeld: Dé EU bestaat niet, van Christoph Schmidt. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.