Een puzzeltje voor bureaucraten. Zaterdag kiest Volt Nederland een nieuw bestuur. Volgens de statuten zouden er minimaal twee co-voorzitters, een secretaris en een penningmeester moeten zijn, maar dat is op dit moment niet het geval. Rob Keijsers is bijvoorbeeld in zijn eentje ‘co-voorzitter’. De tijd dat Volt een mannelijke én een vrouwelijke co-voorzitter had, ligt al ruim een jaar achter ons. Volgens de statuten mocht de huidige situatie hooguit twaalf maanden duren. 

Je zou denken: zaterdag komen er bestuursleden bij, dus laten we niet zeuren over deze details. Die redenering klopt niet. Volgens de congresstukken wil Denise Filippo co-voorzitter worden, maar zij heeft haar kandidatuur doorgeschoven naar het volgende congres. Ze is de enige kandidaat. Volt heeft dus ook de komende maanden één co-voorzitter. Filippo wil pas later beginnen omdat ze ‘de mogelijke schijn van belangenverstrengeling en de daarbij behorende risico’s’ wil voorkomen. 

Schijn van belangenverstrengeling

Volt-leden moeten zelf uitdokteren waar deze passage aan refereert. Filippo zat in de werkgroep die de Gündogan-zaak onderzocht. Uit het verslag van de werkgroep is niet op te maken hoe lang ze actief was. Zo’n dubbelrol is onhandig: een toekomstig co-voorzitter wil de eigen partij natuurlijk niet bruuskeren met een onderzoek waarin staat dat Volt er bij Gündogan een zooitje van heeft gemaakt. En dus heeft Filippo inderdaad de schijn tegen. 

Volt heeft geen tweede kandidaat voor het co-voorzitterschap, dus voldoet de partij de komende tijd wederom niet aan de eigen statuten. Vreemd voor een partij die zo is gebrand op regels en de juiste uitvoering ervan. Volt verandert elk congres de statuten en gaat dat aanstaande zaterdag weer doen. Dat laat de wankele organisatie op zichzelf al goed zien, maar als de partij die steeds veranderende regels vervolgens niet eens hanteert, wordt de organisatie wel heel onbegrijpelijk. 

Het wordt nog gekker. Gündogan heeft niet meegewerkt aan het onderzoek omdat ze niet werd geïnformeerd dat de voorzitter van de werkgroep – Monique van der Poel – een dubbelrol had: ze wilde lijsttrekker worden voor de Eerste Kamer. Volt erkent deze klacht van Gündogan niet en doet alsof er geen probleem was. Bij Filippo speelt iets soortgelijks en erkent Volt het probleem wel, terwijl Van der Poel intensiever bij het onderzoek betrokken was. Wie het begrijpt mag het zeggen. 

Zie hier een partij waar regels zo belangrijk zijn dat het schrijven van rapporten en reglementen een hoofdtaak is geworden om ze vervolgens terzijde te schuiven. Volt-leden mogen pas het volgende congres over Filippo stemmen. Het bestuur houdt haar stoel ondertussen warm. Dat uitstel maakt voor de schijn van belangenverstrengeling trouwens helemaal niets uit. Filippo werkte immers nog steeds mee aan een negatief rapport, precies zoals je van een toekomstig voorzitter zou verwachten. 

Een online sessie 

Woensdagavond is er een online sessie met drie andere bestuurskandidaten die wel zaterdag gekozen kunnen worden. Ze strijden om twee vacatures. De sessie laat zien dat zij slecht weten wat partijbestuurders doen. Het gaat om een organisatorische rol, geen politiek-inhoudelijke, maar we horen toch wat ze van sociale innovatie en het basisinkomen vinden. Ook mist telkens het inzicht dat Volt een vrijwilligersorganisatie is. Weer komt de vraag op hoe een partij in de Tweede Kamer zoveel amateurisme kan herbergen.

Opeens wordt het duidelijk. Een bestuurskandidaat vertelt dat ze geen ervaring heeft. Dat geldt voor veel meer mensen bij Volt. In andere partijen zouden zulke mensen nooit solliciteren naar een loodzware bestuursfunctie en als ze dat al zouden proberen, zouden ze nooit door de brievenselectie komen. Bij Volt komen ze door een permanent gebrek aan vrijwilligers juist bovendrijven. Een vlotte babbel, de juiste standpunten en goede intenties volstaan. 

We weten hoe het de vorige keer met zulke bestuurders afliep. 

Beeld: een online sessie met bestuurskandidaten van Volt. Still van YouTube. 

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.