Onderzoek naar Nilüfer Gündogan illustreert vooral de procedure-fetisj van Volt

Als je maar lang genoeg wacht, haalt iedereen vanzelf zijn schouders op. Die gedachte zal het Volt-bestuur hebben gehad toen ze aan de slag ging met het onderzoek naar de affaire-Gündogan. Ruim een jaar geleden werd het Kamerlid geschorst en uit de fractie gezet, waarna ze een juridische strijd begon waarvan het einde nog lang niet in zicht is. Ze bereidt een bodemprocedure voor wegens smaad en laster. Hoe kan een partij ervoor zorgen dat zo’n affaire uit beeld verdwijnt?
Idee: schuif het op de lange baan. Volt stelde een commissie in met de vreemde naam ‘werkgroep evaluatie’. Er kwam een taskforce die toezicht moest houden op het proces en toen ging de werkgroep aan de slag. Ruim een jaar later ligt er nu een rapport dat aanstaande zaterdag op het Volt-congres wordt besproken. De zaak is inmiddels zo oud dat deze vrijwel niemand nog iets interesseert. De media-aandacht is nogal mager. Waar ging dit ook alweer over? Reminder: Gündogan zou haar medewerker op de billen hebben geslagen.
Volt heeft een perfecte smoes waarom dit rapport zo lang op zich liet wachten. Dat is niet omdat op deze manier alle aandacht zou verdwijnen, maar omdat het onderzoek zorgvuldig moest plaatsvinden. Zo creëerde de partij een tweede reden waarom er nauwelijks aandacht voor dit rapport is: er zijn 194 pagina’s volgeschreven en er zitten 2810 werkuren in, zo lezen we. Met recht een ideale werkwijze om alle aandacht te laten verslappen en er zeker van te zijn dat niemand het epistel zal doornemen.
Vragen stellen
Zou het wellicht de bedoeling zijn dat de leden aanstaande zaterdag geen vragen stellen? Het rapport kwam pas zondagavond online, waardoor de kans groot is dat leden het niet eens kunnen lezen, of ze dat nou willen of niet. Tel daarbij op dat Volt aanvankelijk een verkeerde versie online zette en dat niet alle informatie publiekelijk wordt gedeeld, ook niet in geanonimiseerde vorm. Leden zouden ontzettend veel vragen kunnen hebben, maar gaan ze toch niet stellen.
De belangrijkste vraag is natuurlijk: waarmee is dit allemaal ooit begonnen? Wat deed Gündogan nou precies waardoor het noodzakelijk was haar te schorsen en vervolgens uit de partij te gooien? Verrassing: de taskforce heeft de reconstructie van de werkgroep ingekort. We lezen:
‘Hieraan ligt een afweging ten grondslag tussen enerzijds het belang om transparant te zijn richting de leden en anderzijds de belangen voor alle direct betrokkenen, mede met het oog op privacy.’
In dit rapport dus geen smeuïge verhalen over de strapatsen van Gündogan, wiens naam bij Volt kennelijk niet meer genoemd mag worden. We lezen dat ‘het ex-fractielid’ in oktober 2018 lid van Volt werd, toen de partij klein en informeel was. Volt wilde in 2019 aan de Europese verkiezingen meedoen en wilde evenveel mannen als vrouwen op de lijst. Deze pariteit leverde vacatures op bij plek twee, vier en zes. Zo kwam Gündogan op de tweede plaats. Je zou kunnen zeggen: het enthousiasme hield toen al niet over.
Boterzachte klachten
De werkgroep heeft veel tijd in dit rapport gestopt, maar de rapportage kan de toets der kritiek niet doorstaan. Zo bleek dat Gündogan eigenlijk lijsttrekker had willen zijn. ‘Dit voelde voor haar als een teleurstelling’, lezen we. Raar: Gündogan werkte niet mee aan het rapport. Heeft ze dit nou zelf ooit gezegd of dachten anderen dit? De werkgroep maakt dat onderscheid niet. Het is vaker niet duidelijk wat er precies staat: uitspraken van Gündogan of impressies van mensen die haar inmiddels haten.
We lezen een voorbeeld van wat ze in 2019 verkeerd deed. Ze viel uit tegen een kandidaat die op televisie mocht optreden terwijl ze zelf in beeld wilde. De werkgroep suggereert vervolgens alsof er twee voorbeelden zijn uit de campagne van 2019, maar spoelt met het tweede voorbeeld twee jaar vooruit naar de Tweede Kamerverkiezingen. Toen hield Gündogan zich niet ‘aan de communicatielijn’. Opmerkelijk lichte vergrijpen en een ervan komt dus niet eens uit 2019.
Ook een jaar later – begin 2020 – is Volt overwegend positief. Gündogan krijgt bij de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 wederom de tweede plaats op de kandidatenlijst. Er is wel kritiek, stelt de werkgroep. Er volgen wederom zachte verwijten dat Gündogan niet verbindend is, moeilijk is om mee samen te werken, ze soms haar standpunten niet kan onderbouwen en niet goed tegen kritiek kan. Het ontgaat Volt dat al deze verwijten voor talloze aantallen politici gelden.
Niets vastgelegd
De werkgroep meldt dat Volt op dat moment ‘nog geen systeem [heeft] om positieve en negatieve ervaringen met personen te registreren’. Gündogan wordt soms op haar gedrag aangesproken, maar dat wordt niet geregistreerd. In juni 2020 is er een kandidatenweekend in Noordwijk. Er is ‘een felle woordenwisseling’ die niet bij een partij als Volt past, lezen we. Het is ‘een incident’ en er wordt met een coach over gesproken. Wat het incident precies is, lezen we niet.
Dit incident was in ieder geval geen aanleiding om Gündogan af te voeren, maar wel een aanloop naar meer ellende. We lezen dat begin 2021 ‘de verbinding tussen het ex-fractielid en de lijsttrekker moet worden verbeterd’. Eigenlijk konden Gündogan en Laurens Dassen dus al voor de Tweede Kamerverkiezingen niet meer door één deur. Er kwamen coachingsgesprekken. Als ze beide eenmaal Kamerlid zijn, blijft de verhouding beroerd, maar details krijgen we wederom niet.
Het rapport gaat eindeloos verder over hoe de klachten binnenkwamen en wat er sindsdien allemaal is gebeurd. Het hoofdstuk met de ‘procestoets’ is ruim twee keer zo lang als de reconstructie, en ook deze versie blijkt door de taskforce ingekort. Dertig pagina’s lang gaat de werkgroep in op alle besluiten die Volt nam. Niemand die zich kennelijk afvraagt of het er überhaupt nog toe doet. Daarna volgen veertig pagina’s over integriteit, plus allerlei aanbevelingen.
Een synthese
Feitelijk geeft een oud artikel van NRC minstens zoveel informatie over de verwijten aan Gündogan als dit rapport. Een echte reconstructie is het niet: ‘deze evaluatie [richt] zich niet op de verificatie van de inhoud van deze specifieke meldingen’, schrijft de werkgroep doodleuk. Dat pak je echt anders aan als je over de meldingen twijfelt, zou de leek zeggen. Als je dat combineert met het feit dat Volt Gündogans naam niet eens meer wil noemen, is het beeld van een neutraal onderzoek wel weg. Rara waarom zou ze niet meewerken?
Zelfs wat Gündogan het meest wordt aangerekend, blijft onduidelijk. De vele processtappen die geëvalueerd worden leveren een enorme berg bureaucratische aanbevelingen op, die miskennen waar het echte probleem ligt. Volt heeft Gündogan twee keer de tweede plaats op de kandidatenlijst gegeven. De tweede keer gebeurde dat nadat men haar al ruim twee jaar kende. Misschien waren er voor die tijd al allerlei zaken voorgevallen, maar ze waren geen reden haar te weren.
Volt komt nu met een minutieuze beschrijving van procedures en de vraag of die wel goed en volledig zijn en of ze wel goed werden doorlopen. Het illustreert vooral de procedure-fetisj die Volt sowieso al had. Dat de belangrijkste betrokkenen – de toenmalige bestuursleden – al weg zijn telt kennelijk niet. De belangrijkste vraag krijgt nul aandacht: hoe kwam Gündogan door de kandidatenselectie? Als Volt die vraag niet wil stellen, staat vast dat men vroeg of laat weer tegen hetzelfde probleem aanloopt.
Beeld: omslag rapport Volt.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.