Twee vragen die journalisten nooit aan De Roze Leeuw stellen
Stichting De Roze Leeuw heeft een nieuw doelwit gevonden. Na de eerdere strijd tegen de rechten van transgenders, zijn dragqueens de nieuwe vijand. Onlangs organiseerde Lantarenvenster in Rotterdam een middag voor kinderen waar dragqueens kwamen voorlezen. Zij zouden zich volgens De Roze Leeuw op sociale media op een erg seksuele manier uiten. De voorleesmiddag zou daarmee een voorbeeld van seksualisering van kinderen zijn en dat moet worden tegengegaan.
De kinderen hebben volgens De Roze Leeuw niet vrijwillig gekozen om naar deze middag te gaan. Ze worden bovendien voorgelezen uit ‘inclusieve boekjes’ die ‘genderideologie’ bevatten. Die term is overduidelijke codetaal voor transfobie, iets waar De Roze Leeuw zich al eerder aan bezondigde. De stichting denkt dat dit alles leidt tot minder acceptatie, ook van mensen die normaal neutraal tegenover homo’s, lesbiennes en biseksuelen staan. Mensen hebben een hekel aan ‘gepush’.
Het voornemen van De Roze Leeuw om te gaan demonstreren bij de voorleesmiddag leverde een tegendemonstratie en een heleboel media-aandacht op. Het is precies waar het de stichting om te doen is: profiteren van luie media die geen vragen stellen. Daarom: twee stuks, voor bij het volgende incident.
Valse balans
De Roze Leeuw is een stichting en heeft een heel team, zegt de website, maar dat is onzin. Een paar maanden geleden bestond de stichting nog uit vijf mannen, maar Jasper van Buul, Olaf van de Steeg en Lars Drenth zijn verdwenen. Zo zijn alleen Lennard van Mil en Erik Havenaar nog over. Een voormalige vrijwilliger laat weten dat mensen wegrennen omdat de club alleen draait om dit duo, dat ook nog eens een stel is. Bij de demonstratie tegen de voorleesmiddag was nog één andere vrijwilliger aanwezig.
De Roze Leeuw doet alsof het een bredere beweging is, maar daar is nul bewijs voor. Uit niets blijkt dat de stichting meer is dan dit duo, terwijl er wel bewijs is dat anderen hun betrokkenheid bij De Roze Leeuw het liefst zo snel mogelijk vergeten. Media willen nu eenmaal graag meningen tegenover elkaar zetten. Aangezien de progressieve mening van vrijwel alle LHBTI-organisaties domineert, komt men voor een ander geluid al snel bij De Roze Leeuw uit. Of dit een tweetal is of een organisatie met een achterban maakt kennelijk niet uit.
Inconsistente visie
Waar journalisten het ook niet over hebben, is waar de stichting dan precies voor staat. Het ligt voor de hand te kijken naar Lennard van Mil, die in het verleden voorzitter was van Jong Leefbaar Rotterdam en een mislukte poging deed om voor die partij in de Rotterdamse gemeenteraad te komen. Zijn meest bekende media-optreden was ooit bij Powned, toen hij het gedachtengoed van Pim Fortuyn niet kon uitleggen, terwijl de organisatie waarvan hij voorzitter was die ideeën graag levend wilde houden.
Hoe snugger is Van Mil eigenlijk? Geen journalist komt op het idee hem te vragen waarom homo’s in Nederland wel op tolerantie zouden mogen rekenen en transgenders of dragqueens niet. Waarom wel acceptatie van homo’s maar spugen op dragqueens en verwachten dat transgenders zich neerleggen bij hun belabberde maatschappelijke positie? Er is geen enkele reden om aan te nemen dat Van Mil op dit soort vragen een begin van een antwoord heeft. Dan weet je ook meteen waarom niemand – behalve zijn vriend – hem steunt.
In Hoe het allemaal misging praten Tinkebell en ik over De Roze Leeuw.
De podcast Hoe het allemaal misging is te beluisteren via alle reguliere podcast-platformen waaronder Apple, Google en Spotify. Beeld: Lennart van Mil, still van Facebook/Powned.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.