Volt is zo druk met participatie dat het bezigheidstherapie lijkt
We horen er maar weinig van en dat maakt nieuwsgierig: hoe gaat het met Volt? De Amsterdamse afdeling organiseert zaterdagmiddag een bijeenkomst voor nieuwe leden. Een bestuurslid meldt dat de afdeling voortaan elke drie maanden zo’n bijeenkomst gaat organiseren. Ondanks het regenachtige weer zijn veertig mensen naar café Maslow in Amsterdam Science Park gekomen. Hoewel een deel van de aanwezigen al actief is, is de opkomst toch imposant. Er zijn maar weinig partijen die een zaal zo gemakkelijk vol krijgen.
Volt begon als Europese partij, maar lijkt steeds meer de partij van de participatie. Er zijn de komende maanden allerlei events en we zijn daarbij van harte welkom. De Amsterdamse Volt-voorzitter vertelt dat de afdeling bestaat uit 2300 leden en dat slechts veertig van hen actief zijn. Dat aantal moet echt omhoog en dus krijgen de nieuwe leden de oproep ook zelf actief te worden. Er is vooral behoefte aan mensen die kennismakingsgesprekken voeren met andere nieuwe leden, zodat er nog meer mensen mee gaan doen.
Bezig met participatie
De Amsterdamse fractie is ook bezig met participatie. Er is onlangs een ‘tafeltjesavond’ georganiseerd met burgers over windenergie. Tegenstanders van windmolens konden er hun ei kwijt. Normaliter worden zij afgescheept met drie minuten inspreektijd in de gemeenteraad, maar dit keer kregen ze alle ruimte om met politici van verschillende partijen in gesprek te gaan. Volt wil dit vaker gaan organiseren over andere onderwerpen zodat iedereen zich gehoord voelt. Het maakt niet uit of Volt het met de aanwezigen eens is: het gaat om het democratisch proces.
Een man in de zaal vraagt zich af of deze avonden wel zin hebben, want ze maken mensen vaak cynisch. Er worden allerlei dingen beloofd of gesuggereerd die niet worden waargemaakt. Hij heeft zich kennelijk goed ingelezen: dit is al decennialang de kritiek op dit soort processen. Raadslid Itay Garmy vertelt dat hij hier scherp op wil zijn. Mooi streven, maar we hebben een paar minuten eerder de context al gehoord: de GroenLinks-wethouder wil sowieso windmolens dus de kans dat de tegenstanders hun zin krijgen is nul.
De leden doen een klein burgerberaad, een vorm van burgerparticipatie waar Volt erg enthousiast over is. In groepjes praten ze over Tata Steel, waarvan zeker een van de fabrieken tot extreme vervuiling en gezondheidsklachten leidt. Wat moeten we doen? Moet die fabriek dicht of moeten de regels strenger? Hoe kan het beter? We moeten ons wel bedenken dat als de fabriek sluit, we afhankelijker worden van China, meldt een kersvers Statenlid. De leden gaan in groepjes enthousiast aan de slag om oplossingen te bedenken.
Ideeën van leden
Of er oplossingen uit deze sessie komen is twijfelachtig. De eerste groep wil de regels beter handhaven en de regio ‘gefaseerd begeleiden naar een betere gezondheid’. De tweede groep wil dat de overheid als durfkapitalist Tata koopt en de fabriek zelf schoner maakt. De derde groep wil in Europa afspraken maken hoe we Tata schoner kunnen maken. De laatste groep wil de fabriek dichtgooien als er genoeg andere fabrieken in Europa zijn. Het Statenlid glimlacht tevreden over de uitkomsten en zegt dat ‘we er zeker iets mee gaan doen’.
Zou het? We zien hier een mooie illustratie van wat misgaat bij participatie, precies zoals een van de leden vanmiddag al voorspelde. Kletsen over ‘gefaseerd begeleiden naar een betere gezondheid’ verhult dat men eigenlijk geen idee heeft. Het wordt nog gekker: ook over de EU heeft Volt geen idee: al die regels die niet worden nageleefd komen vaak al uit Europa, de overheid kan door Brusselse regels niet zomaar bedrijven opkopen en we zijn ook erg benieuwd wat de Europese Commissie vindt van het sluiten van fabrieken omdat elders genoeg andere staan.
Tot zover de expertise van de leden van een Europese partij. Opeens begrijp je hoe het kan dat Volt op alle bestuurlijke niveau’s vertegenwoordigd is, maar dat je daar in de praktijk weinig van merkt: als je het kaf van het koren scheidt blijven ideeën over die hetzelfde zijn als die van de concurrentie. Ook de leden lijken het daarmee eens: ze zitten niet bij Volt om de inhoud, maar vanwege de participatie: Volt brengt nieuwe energie en heeft grote groepen mensen politiek actief gekregen die dat voorheen niet waren, zo horen we steeds.
Veel mensen nodig
Zo zijn we weer terug bij de aanleiding: Volt heeft veel mensen nodig. In de Amsterdamse gemeenteraad heeft de partij een fractie van twee personen, die wordt ondersteund door drie duo-raadsleden die elk een raadscommissie bemannen. Daarnaast is er voor iedere raadscommissie een team van vrijwilligers die de fractie ondersteunt met ‘hun expertise’. Een jongen legt uit dat hij in een team van vijf van dit soort ondersteuners zit. Deze is voor slechts een van de vele Amsterdamse raadscommissies.
Bij Volt mag iedereen meedoen. Beetje vreemd: steeds hoor je dat er voor praktische functies geen mensen te vinden zijn, maar dat ‘de beleidsteams’ overvol zitten. Maar die teams zijn juist totaal overbodig als de leden toch met onhaalbare ideeën komen of met doublures van zaken die andere partijen al hadden bedacht. Bovendien kunnen burgers in participatietrajecten zelf ook wel oplossingen verzinnen, vindt Volt. Heeft deze partij niet verdacht veel weg van bezigheidstherapie?
Beeld: Café Maslow in Amsterdam Science Park. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.