Een nette partij zaagt niet aan de horizontale werking van de Grondwet
Rechtse partijen komen en gaan, vaak nog voordat ze een beginselprogramma schrijven. Wat dat betreft lijkt JA21 een blijvertje: bij de algemene ledenvergadering van aanstaande zaterdag worden de grondbeginselen besproken. Kritische leden onder leiding van Kamerlid Nicki Pouw hadden al opgeroepen tot het schrijven ervan. Die oproep blijkt onnodig, want de partij was er al mee bezig. Een nuttige exercitie: door grondbeginselen vast te leggen wordt duidelijker waar JA21 echt voor staat.
Of het antwoord op die vraag bevalt, is een hele andere zaak. De grondbeginselen staan op zeventien pagina’s in een lay-out die zo ruim is dat je je kunt afvragen hoe lang over dit document is nagedacht. Een ander probleem is dat – geheel indachtig de schimmige organisatie van JA21 – niet duidelijk is wie de auteur is. Dat is niet zo handig in een partij waar de interne verdeeldheid groot is en de beginselen een verbindende werking moeten hebben. Transparantie is wenselijk.
Dat is extra belangrijk omdat JA21 geen democratische partij is en leden vrijwel zeker niet hebben meegeschreven. We weten dus nog niet of deze beginselen hun wensen representeren. Ook is onduidelijk hoe dit document nog te wijzigen is. Het partijbestuur stelt voor het document vast te stellen. Suggestie: als JA21 een constructief, netjes en bestuurswaardig alternatief voor de VVD is, is het handig geen principes aan te nemen die de rechtsstaat kunnen ondermijnen.
Horizontale werking
In de grondbeginselen lezen we dat JA21 denkt dat de liberaal-democratische staat, zoals Nederland, aan erosie onderhevig is. We lezen over de centrale plaats van de volksvertegenwoordiging en over het evenwicht tussen de wetgevende, uitvoerende en rechtssprekende macht. Het meest interessant is wat de partij te zeggen heeft over de grondrechten. We lezen op pagina 10 en 11:
‘De grondrechten [zijn] een wezenlijke bouwsteen van de liberaal-democratische rechtsstaat. De voornaamste, sterk met elkaar samenhangende, grondrechten zijn de vrijheid van religie en levensovertuiging, de vrijheid van associatie, inclusief de vrijheid van onderwijs en als laatste de vrijheid van spreken, inclusief de vrijheid van de pers. Dit zijn rechten die gelden tegenover de staat. Alleen daar waar deze rechten gewaarborgd zijn tegenover de staat, bestaat een vrije samenleving. De grondrechten hebben in de afgelopen decennia steeds meer een andere duiding gekregen; zij worden nu ook en vooral horizontaal uitgelegd als rechten die gelden tegenover ieder ander mens. Dit geldt bovenal voor het zogenaamde gelijkheidsbeginsel, ook wel non-discriminatiebeginsel genoemd. Oorspronkelijk was dit een verbod voor de staat. De staat mocht geen gelijke gevallen ongelijk behandelen. Dit beginsel wordt nu echter ook uitgelegd als grondrecht dat geldt tegenover ieder mens. Dit is een ongunstige ontwikkeling, omdat ze de drie bovengenoemde vrijheden, die essentieel zijn in een liberaal-democratische rechtsstaat, steeds verder ondermijnt en uitholt. Daarom vindt JA21 het gewenst terug te keren naar de oorspronkelijke uitleg van de grondrechten als rechten tegenover de staat en niemand anders.’
JA21 is dus tegen de zogeheten horizontale werking van de grondrechten. Amnesty legt ons uit wat hier wordt bedoeld:
De horizontale werking van mensenrechten (…) is de toepassing van grondrechten op de verhouding tussen burgers (privaatrechtelijke betrekkingen). Zo is het recht op vrijwaring van discriminatie niet alleen van toepassing op daden van de overheid tussen burgers, maar ook tussen burgers onderling. Vaak leidt horizontale werking tot een conflict tussen grondrechten. Zo kan het weren van homoseksuelen als leerkrachten op christelijke scholen worden verdedigd vanuit het grondrecht op schoolkeuze volgens eigen religieuze opvattingen, maar botsen met het recht op vrijwaring van discriminatie.
Nette partij?
Interessant. Grondrechten moeten wat JA21 betreft straks alleen gelden ten opzichte van de staat, die dus niet mag discrimineren. De consequentie is dat burgers dat onderling wel mogen. Zomaar wat voorbeelden: christelijke scholen mogen zonder restricties homoseksuele docenten en leerlingen weigeren, bedrijven mogen weigeren vrouwen aan te nemen en uitgaansgelegenheden hoeven zich niet te schamen voor een bordje bij de ingang dat Marokkanen maar ergens anders uit moeten gaan.
Je vraagt je af of de leden van JA21 de grondbeginselen echt lezen en of ze begrijpen welke principes ze aannemen. Je kunt zelfs twisten of de politieke leiding er iets van snapt. De hele Eerste Kamer herinnert zich het debat over de opname van LHBTI en handicap in artikel 1 van de Grondwet. Daar was JA21 tegen. Fractievoorzitter Annabel Nanninga kreeg een vraag over de horizontale werking van de grondrechten en uit niets bleek dat ze wist waar dat over gaat.
Ik zal het even voor JA21 spellen: als je een nette partij bent die geen bedreiging vormt voor de grondrechten van minderheden, huldig je dit soort principes niet. Zelfs niet als het beginselendocument in een bureaula verdwijnt en geen enkel praktisch politiek voorstel tot gevolg heeft. Als je een nette partij bent, heb je geen partijbestuurders die voorstellen zo’n tekst aan te nemen. De vraag aan alle leden is: als jullie deze tekst aannemen, waarom zijn jullie dan eigenlijk uit FvD gestapt?
Beeld: Annabel Nanninga in de Eerste Kamer. Still uit debat over Grondwetswijziging.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.