Politieke ervaring koesteren, dat is op de rechterflank een hele opgave
Vraag het gerust even na bij een Statenlid, raadslid of Tweede Kamerlid: politicus zijn is een vak en dat moet je leren. Een mening rondbazuinen kan iedereen, maar daadwerkelijk iets bereiken is een stuk lastiger. Twitteren is leuk, maar een wet aangenomen krijgen, een meerderheid vinden voor een amendement of een bestemmingsplan veranderen is hele andere koek. De schattingen lopen uiteen hoelang het duurt voordat een politicus eindelijk op stoom is, maar reken maar op een jaartje of vier.
Dat is dus precies de periode waarvoor een Statenlid, raadslid of Tweede Kamerlid wordt verkozen. Dan staan er weer nieuwe verkiezingen voor de deur en moeten velen alweer plaatsmaken voor anderen. Als oudgedienden een plekje op de kandidatenlijst weten te bemachtigen kan hun partij ook nog verliezen aan een succesvolle nieuwkomer, zoals BBB. Alle ervaring de prullenbak in. Het gevolg: een volksvertegenwoordiging zonder geheugen die vleugellam is ten opzichte van ministers, wethouders of gedeputeerden.
Grootste in 2019
In de week van de monsterzege van BBB is het daarom nuttig even terug te kijken hoe het die vorige ‘grootste partij van Nederland’ verging. In maart 2019 koos Nederland 86 Statenleden namens Forum en de vraag is wat er vier jaar later van deze groep over is. Daarom hieronder een overzicht van alle Statenleden die ooit via een kandidatenlijst van FvD in de Provinciale Staten kwamen en hoe het ze vervolgens verging. Hoeveel ervaring is er deze week overgebleven?
101 personen zijn ooit benoemd als Statenlid via een kandidatenlijst van FvD. Daarvan waren er 69 de hele periode actief. De rest was maar een deel van de tijd in functie waarvan twaalf minder dan anderhalf jaar. Zo zien we de eerste reductie in ervaring: 86 zetels, maar 69 personen die van de installatie tot het afscheid in functie waren. Van een deel van deze mensen is overigens bekend dat ze – zeker de laatste jaren – maar weinig aanwezig waren.
De getallen over het aantal jaar ervaring geven dus een gemankeerd beeld, want van Statenleden als Bakir (Overijssel), Van den Berg (Flevoland), Van Meijeren (Zuid-Holland), Mout en Roetert (beide Gelderland) is bekend dat ze er nauwelijks waren. Waarschijnlijk is de lijst langer.
Verlenging?
De vraag is nu in hoeverre de Statenleden van 2019 dit jaar een herkansing krijgen om hun opgedane ervaring effectief in te gaan zetten om de belangen van hun kiezers te behartigen. Ze komen nu immers sowieso beter beslagen ten ijs dan destijds. Het overzicht vermeldt alle personen die ooit via FvD Statenlid zijn geweest en of ze herkiesbaar waren. Van de 101 personen waren er dit jaar vijftig op kandidatenlijsten te vinden. Ze zijn verspreid over vier partijen: FvD (21), JA21 (20), BVNL (8) en BBB (1).
Als we overduidelijke lijstduwerschappen niet meerekenen – posities die helemaal aan het einde van de kandidatenlijst staan en sowieso onverkiesbaar zijn – zijn er 36 Statenleden over die voor een tweede periode gaan. Dit is ruim gerekend, want plek vijf bij FvD Zeeland, plek drie bij BVNL Limburg en plek acht bij JA21 Drenthe waren al voor de verkiezingen ruimschoots onverkiesbaar. Zonder lijstduwers is er één kandidaat bij BBB over, zes bij BVNL, dertien bij Forum en vijftien bij JA21.
De officiële uitslagen met voorkeursstemmen zijn ten tijde van dit stuk nog niet bekend, maar als we aannemen dat niemand via die weg wordt gekozen, krijgen we het volgende beeld. Er zijn van de 101 personen die ooit aantraden nog maar achttien over. Van BVNL is niemand verkozen, de enige BBB-kandidaat – Henk Marquart Scholtz – wel. Van JA21 komen negen Statenleden terug, van FvD acht. Dit zijn bijna allemaal mensen die de afgelopen vier jaar volmaakten.
Hoe nu verder?
Zo komen heel veel factoren samen: de kiezer die FvD terecht afstrafte en JA21 vervolgens maar een handvol zetels toebedeelde, plus partijleiders die in de top van de kandidatenlijst ruimte gaven voor nieuwe gezichten. FvD en JA21 hadden al nauwelijks ruimte voor ervaring omdat het aantal zetels is verschrompeld, maar zelfs als je dat in ogenschouw neemt is de overgebleven ervaring mager. In Drenthe blijft van de zes ooit via FvD verkozen Statenleden alleen de fractievoorzitter van JA21 over. Elders is het beeld niet echt anders.
In Flevoland zien we van de grootste fractie uit 2019 alleen Anton de Lange (FvD) terug, in Limburg alleen Ruby Driessen (FvD) en in Noord-Brabant alleen Willem Rutjens (JA21). Alleen in Friesland, Utrecht en Zuid-Holland zien we twee Statenleden terug, in Noord-Holland vier. Een van de nieuwelingen in Gelderland was een blauwe maandag Statenlid in Zuid-Holland. In Overijssel verdwijnen zelfs alle gezichten. Er komen nu talloze onervaren BBB’ers terug. Zij beginnen allemaal opnieuw vanaf het nulpunt.
Natuurlijk: zo werken verkiezingen. Maar tegelijk zien we hier de perverse dynamiek dat elke vier jaar een nieuwe partij de grootste wordt. Zo komen er steeds karrevrachten nieuwe mensen in de provincies opnieuw het wiel uitvinden. Het gevolg laat zich raden: de ontevreden burger die het helemaal anders wil, weet niet dat Statenleden eerst het vak moeten leren en constateert na vier jaar dat er weinig van alle ambities terecht is gekomen. Dat is dan weer de basis voor een nieuwe partij.
Idee: laat conservatief-rechts een stabiele partij bouwen zodat ervaring kan worden gekoesterd en ook deze kiezers een kans maken iets van hun ideeën gerealiseerd te zien.
Beeld: verkiezingsbord in Venlo. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.