Waterschappen reorganiseren zo vaak dat iedereen de kluts kwijtraakt

We horen regelmatig dat de waterschappen de oudste democratische bestuurslaag van Nederland zijn, maar bij nadere beschouwing valt er wel wat op die stelling af te dingen. Waterschappen zijn oud, maar of ze democratisch zijn hangt van je definitie af. Vroeger waren er honderden waterschappen en die werden vooral bestierd door boeren en grondeigenaren, die een direct belang bij waterbeheer hadden. Burgers – of in waterschapstaal: ingezetenen – hadden er niets te zoeken.
Sommige waterschappen zijn ontzettend oud, zoals Schieland – opgericht in 1273 – en Delfland, ontstaan in 1289. Er was destijds helemaal geen landelijk stelsel van waterschappen zoals we dat nu kennen. Er waren enorme verschillen in organisatie en taakopvatting. Sommige waterschappen bedroegen maar een paar honderd hectare, andere waren veel groter. Ten tijde van de Watersnoodramp bestonden er alleen al in Zeeland driehonderd waterschappen. Inmiddels is dat er nog maar één: Scheldestromen.
Waterschappen kregen door de tijd heen ook andere taken. Waar het eerst ging om het bepalen van het waterpeil en het veilig houden van de dijken, kwam er later waterzuivering bij. Geheel indachtig de enorme onoverzichtelijkheid ontstonden eerst een aantal zuiveringsschappen die zich hier specifiek op toelegden, waarna die na een tijdje weer fuseerden met de waterschappen. Al met al zijn de organisaties die zich vandaag de dag waterschap noemen van zeer recente datum. Dit boek laat dat mooi zien.
Nog meer veranderingen
Dat geldt ook voor de waterschapsverkiezingen. Wie er in de waterschappen iets voor het zeggen heeft is eveneens door de tijd veranderd. Pas in 1992 zijn ingezetenen officieel belanghebbende. De geborgde zetels voor boeren en natuurterreinen zijn het laatste overblijfsel uit de tijd dat grondeigenaren en boeren de dienst uitmaakten. Deze zetels worden aangewezen door belangenclubs. Onlangs zijn de geborgde zetels voor de bedrijven afgeschaft, een stap in de richting van meer democratisering.
Vroeger bestond er in de waterschappen een personenstelsel, sinds 2008 zijn er net als bij andere verkiezingen partijen. Voortaan staan vertrouwde partijen als CDA en PvdA op het stembiljet. Dit worden er steeds meer: dit keer doet bijvoorbeeld ook BBB mee. Ook zijn er partijen die alleen in de waterschappen meedoen, zoals Water Natuurlijk en AWP. Waterschapsverkiezingen gaan zo steeds meer op gewone politiek lijken, zeker sinds de stemming in het stemhokje plaatsvindt en niet meer per brief.
Is het waterschap daarmee een volwaardige democratie geworden? Niet echt: de waterschappen werken met een consensusmodel, er is nauwelijks publieke controle en de verschillen tussen partijen zijn minimaal. Burgers hebben vaak pas een mening over waterbeheer als er een project om de hoek plaatsvindt. Zij missen vaak de kennis om de details te kunnen overzien, maar daarin verschillen ze lang niet altijd van de kandidaat-bestuurders op het stembiljet.
De waterschappen reorganiseren zo vaak dat iedereen de kluts is kwijtgeraakt. In onze podcast Hoe het allemaal misging proberen Tinkebell en ik deze week helderheid te brengen. Wat valt er te kiezen?
De podcast Hoe het allemaal misging is te beluisteren via alle reguliere podcast-platformen waaronder Apple, Google en Spotify. Beeld: kantoor waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.