Is Rutte zo goed of de parlementaire pers zo slecht?
De premier is een eindeloze bron van inspiratie voor uiteenlopende auteurs. Dit brengt ons donderdagavond op het Vossius Gymnasium in Amsterdam Zuid. Docent Robbert Wigt heeft een boek geschreven over het taalgebruik van Mark Rutte. Het heet Supergaaf en wordt gepresenteerd in wat vermoedelijk de aula van dit gymnasium is. Deze zit afgeladen vol. Hoewel de rector meldt dat docenten van het Vossius wel vaker een boek schrijven, is dit kennelijk toch een uitzonderlijke gebeurtenis.
De premier is niet alleen een eindeloze bron van inspiratie, maar oogst ook continu bewondering. Dat begint al bij de inleiding van deze avond, als de presentator meldt dat Rutte zeer behendig communiceert en de ene na de andere verbale truc uithaalt. Daar heeft Wigt nu een heel boek aan gewijd. Hij bekeek allerlei debatten en media-optredens van Rutte en destilleerde hier de communicatiestijl van de premier uit. Binnenkort gaat Wigt naar Rutte om zijn boek aan te bieden. Hij weet nu al hoe dat gesprek zal verlopen, horen we.
De conclusie over het taalgebruik van Rutte is eigenlijk ontzettend simpel: Rutte zegt met veel woorden vaak helemaal niets. Dat werkt ontzettend goed: tegenstanders staan veelal met hun mond vol tanden en krijgen geen vat op hem. Er zijn maar een paar voorbeelden dat Rutte zelf de mist in ging. Dit gebeurde bij de uitspraak ‘voor visie moet je naar de oogarts’ en bij ‘ergens geen actieve herinnering aan hebben’. Daar kwam beide keren zoveel kritiek op dat Rutte deze frases nooit meer gebruikte.
Een panel van experts
Het Vossius Gymnasium heeft een heel panel uitgenodigd om te reflecteren op Rutte’s taalgebruik. Rutte-biograaf Petra de Koning is van de partij, evenals WNL-verslaggever Marieke Smits. De Koning vertelt dat Rutte al heel jong premiertje aan het spelen was en dat hij dus veel heeft kunnen oefenen. Goede vrienden van Rutte vinden zijn taalgebruik inmiddels ontzettend voorspelbaar. Dat blijkt ook voor journalisten te gelden: ze worden eigenlijk nooit meer verrast door de retorica van de premier.
Zo komt de interviewer bij de vraag der vragen: mogen interviewers commentaar geven als Rutte weer eens dingen zegt die niets betekenen of die flagrant in tegenspraak zijn met de waarheid? Smits meldt dat dat niet kan, omdat je dan in zo’n gesprek niet tot de inhoud komt. Rutte heeft de neiging journalisten ‘dood te knuffelen’ en te roepen dat het zo ontzettend leuk is dat hij ze weer ziet. Daar kun je volgens Smits niets van zeggen, al is deze werkwijze ‘niet lekker’. Wat het bezwaar is om Rutte bij al zijn verbale strapatsen te confronteren blijft een raadsel.
Zo werd het een uiterst leerzame avond. Je vraagt je af: communiceert Rutte nou zo goed of is de parlementaire pers zo slecht?
Beeld: Vossius Gymnasium. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.