Linkse partijfusie: acht argumenten tegen, eentje voor
Een historische dag, maar in welk opzicht is nog onduidelijk. Zaterdag vindt in Den Bosch een soort duo-congres plaats ter ere van de samenwerking op links. De linkeringang van de Brabanthallen is voor GroenLinks, de rechter voor de PvdA. Dit zijn twee losse partijcongressen, gevolgd door een gezamenlijke campagne-aftrap voor de Provinciale Statenverkiezingen. Dit is waarschijnlijk nooit eerder vertoond, maar daarmee is het nog niet duidelijk hoe dit evenement straks de geschiedenisboeken ingaat.
Bij PvdA en GroenLinks weten ze het al. Stukje Nederlandse cultuur: opinies ontwikkelen zich niet, ze slaan om. Jarenlang was linkse samenwerking impopulair en streefde men slechts mondjesmaat, tijdelijk of incidenteel naar linkse eendracht. Dat is opeens fundamenteel anders: als je bedenkingen hebt, word je aangekeken alsof je in de vorige eeuw bent blijven hangen. Continu hoor je de vraag: wat kan er nou tegen samenwerking zijn? Het antwoord luidt: niets, maar het gaat deze zaterdag om veel meer dan dat.
Bij PvdA en GroenLinks is partijfusie een logische stap geworden, terwijl deze twee jaar geleden nog ondenkbaar was. De onderbouwing van het plan is opvallend oppervlakkig: de twee partijen vinden meestal hetzelfde en dus kunnen ze ook wel samengaan, want dan zijn ze groter en dus machtiger. Ik maak deze zaterdag een rondgang langs tientallen leden, medewerkers en politici van beide partijen. Vooralsnog zie ik vooral argumenten tegen fusie. Acht stuks.
1. Een fuik
De stappen die momenteel worden gezet vormen een fuik waar PvdA en GroenLinks nog maar nauwelijks uit kunnen. Eerst waren er gedeelde woordvoerderschappen in de Tweede Kamer. Daarna ontstond een plan voor een gezamenlijke fractie in de Eerste Kamer. Sinds deze week zijn allerlei leden aangesloten bij beide partijen. Daar komt nu een voornemen voor een gezamenlijke Tweede Kamerfractie bij. Als de leden dat idee niet afschieten, zijn PvdA en GroenLinks hun eigenstandige aanwezigheid in één klap kwijt.
2. Top-down
De fusie van PvdA en GroenLinks is een idee uit de partijtop. Daar is men verreweg het meest enthousiast. Dit is opvallend: de partijen werken al jarenlang samen in tientallen gemeenten, maar het zijn niet deze lokale politici die nu de grote pleitbezorgers van fusie zijn. We horen deze zaterdag vooral Eerste en Tweede Kamerleden vertellen hoe ontzettend goed de samenwerking gaat. Het gaat de partijtop dan ook vooral om Den Haag, alsof politieke partijen niet meer zijn dan dat.
3. Grote steden
Een van de grootste criticasters blijkt het Amsterdamse raadslid Jenneke van Pijpen, die een warm pleidooi houdt voor GroenLinks op lokaal niveau, waar per gemeente de omstandigheden kunnen verschillen en dus ook de samenwerkingspartners. De focus op alleen de PvdA is volgens haar ongewenst. GroenLinks maakt in allerlei gemeenten nu al het verschil terwijl de fusie suggereert dat impact pas mogelijk is na samenvoeging. Dit argument is valide: in meerdere grote steden is GroenLinks een machtsfactor. Wat voegt een fusie daar toe?
4. Zwakte
De plannen zijn niet bepaald geboren uit sterkte. Vroeger konden de partijen niet fuseren, want de PvdA was verreweg het grootst. Nu houden ze elkaar meer in evenwicht. Dit laat zien dat de zwakte van de PvdA een essentiële voorwaarde is voor dit hele traject. Achtereenvolgende verkiezingsnederlagen, een onduidelijke koers en instabiel leiderschap liggen ten grondslag aan wat je prima een vlucht naar voren kunt noemen. Als de PvdA het niet meer alleen kan, dan maar met GroenLinks. Dit gaat voorbij aan de vraag waarom de PvdA überhaupt is verzwakt.
5. De volkswijken
Er is reden voor diep cynisme. De PvdA is onmiskenbaar kiezers kwijtgeraakt, met name aan de onderkant van de samenleving. Het is onwaarschijnlijk dat de partij de band met de volkswijken weet te herstellen door met een elitaire concurrent te fuseren. Sommige leden erkennen dat ook: de PvdA is de arbeiders ‘toch al kwijt’ en er is geen enkele reden te bedenken dat die ooit nog terug gaan komen. Het is een raadsel waarom de PvdA geen energie steekt in dit immense vraagstuk, maar wel in fusie.
6. Concurrenten
Het idee dat de nieuwe partij groot en dus machtig zal zijn is onzinnig. We hoeven slechts aan deelname aan een impopulair kabinet te denken en we weten dat kiezers de nieuwe partij weer zullen afstraffen. Als de PvdA momenteel tegenvalt, kunnen de kiezers naar GroenLinks. De fusie maakt zo’n overstap onmogelijk en zo winnen vooral de concurrenten: D66, SP, Bij1, Volt en Partij voor de Dieren maken allemaal kans op een deel van de wegrennende stemmers.
7. Ideologie
Bij een sessie over de samenwerking vraagt een lid naar de ideologische fundering. Er komt geen antwoord en daarmee is eigenlijk alles wel gezegd. Een soortgelijk signaal komt uit het Europees Parlement: daar zitten PvdA en GroenLinks in verschillende fracties. Dat illustreert hun ideologische verschillen. De fusie-fans van het collectief ‘RoodGroen’ willen werkelijk alles van PvdA en GroenLinks fuseren, maar de nieuwe partij moet in Brussel verbonden blijven met beide Europese fracties. Zelfs de fusie-fans kunnen de ideologische basis dus niet duiden.
8. Macht
Tussen PvdA en GroenLinks bestaat tenslotte een verschil in houding. De PvdA is een partij op zoek naar macht, GroenLinks staat stevig voor bepaalde principes. In overeenstemming hiermee kan de PvdA makkelijker compromissen sluiten en zichzelf verloochenen. De fusie komt momenteel op tafel omdat beide partijen in de oppositie zitten en geen compromissen hoeven te sluiten. Dan hebben ze veel gemeen. Als het straks weer om macht en regeringsdeelname draait, staan de gezichten niet meer dezelfde kant op.
één argument voor
Eigenlijk is er maar één argument voor de fusie: PvdA en GroenLinks zijn versleten merken en een nieuwe partij met een frisse naam, logo en leider kan dan nieuwe energie en nieuwe kiezers aanboren. Of dit werkelijk zo zal zijn blijft natuurlijk koffiedik kijken. Het hangt erg af van de persoon die straks de kar trekt. Sommigen denken dat Frans Timmermans zich al warmloopt, maar als hij zo populair is dat hij de fusiepartij in het centrum van de macht kan brengen, kan hij dat ook met een onafhankelijke PvdA.
Het argument dat een nieuwe partij frisse energie zal losmaken komt overduidelijk uit de koker van GroenLinks. Deze club is immers opgericht door vier partijen die vooral een rijk verleden hadden. De fusie produceerde precies dat wat de voorgangers niet waren: een partij die ertoe doet. Dat doen we nu nog eens, zo lijkt de gedachte. Daarover slechts één vraag: vindt u de relevantie van de PvdA vergelijkbaar met die van PPR en CPN in 1990?
Voor de jonge lezers: nee, dat vinden zelfs de grootste criticasters van de PvdA niet.
Beeld: GroenLinks-logo op het podium in Den Bosch. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.