Afstand nemen van Forum (9) – Vergeet de verantwoording
Dit is het negende deel van een serie over de Provinciale Statenleden van Forum. Lees de hele serie hier.
Ik stuur ruim twintig afsplitsers van Forum een interviewverzoek. Mijn voorstel is te praten over wat ze de afgelopen jaren hebben bereikt en wat ze hebben geleerd. Mijn actie levert een enorme hoeveelheid weigeringen op. Alleen Ruud Burlet (Limburg), Robert Pestman (Groningen), Wouter Weyers (Utrecht) en Ted Dinklo (Utrecht) willen praten. Een vijfde Statenlid wil alleen anoniem koffiedrinken. Bij zijn nieuwe partij ligt een interview gevoelig.
Drie partijmedewerkers willen op eigen initiatief wel praten, maar zijn als de dood dat het uitlekt. De een is bang ‘een soort Eva Vlaardingerbroek’ te worden die nog jaren last houdt van haar voormalige affiliatie. De ander wil niet dat zijn nieuwe partij erachter komt, want daar sta ik als ‘gevaarlijk’ bekend.
Een gesprek met mij wordt opgevat als een gebrek aan loyaliteit. Een ander vertelt dat er bij FvD sowieso niet met externen gepraat mocht worden. Bij JA21 lijkt dat inmiddels ook de praktijk: nieuwe kandidaten krijgen daar een zwijgcontract voorgelegd. Onduidelijk is of ze deze overeenkomst daadwerkelijk moeten tekenen.
Reacties van Statenleden
Meerdere Statenleden reageren helemaal niet. Annabel Nanninga (Noord-Holland) laat weten dat ze ‘niet de minste behoefte heeft om het twee jaar na dato nog over FvD te hebben’. Haar fractievoorzitter Gerard Kohler meldt dat hij stopt met de politiek en rustig van zijn pensioen gaat genieten. Hij gaat ‘vooruit in plaats van terugkijken’. In een krant staan speculaties dat hij gedeputeerde wil worden.
Frederik Tattersall (Overijssel) vindt het een lastig verzoek omdat hij inmiddels bestuurslid van JA21 is. Hij wil mij graag te woord staan maar ‘ik heb FvD ver achter mij gelaten en probeer me volop te focussen op JA21.’ Niek Beenen (Flevoland) vindt het ‘een hele eer dat jij mij wil interviewen, maar ik heb daar geen interesse in. Forum is voorbij, voor mij.’ Fractievoorzitter Matthijs Sandmann (Zuid-Holland) doet het ook niet. ‘De FvD-tijd heb ik afgesloten en wil ik liefst niet meer oprakelen.’
Deze vreemde reacties miskennen dat het interview juist ook betrekking heeft op de periode na FvD. De Brabantse oud-gedeputeerde Peter Smit meldt: ‘ik wil het achter mij laten. Ik heb mijn eigen bedrijf nu’. Ivo Mantel (Noord-Holland) ‘bedankt hartelijk voor de eer’ en Sharon de Lely (Flevoland) begrijpt mijn vraag maar ‘staat er niet voor open.’ Haar fractievoorzitter Gert-Jan Ransijn dankt me voor mijn interesse in zijn werk en partij, maar voelt er niet voor een interview te geven.
Harry Omlo (Drenthe) vindt het leuk me bij een partijbijeenkomst te hebben gesproken, maar zegt voorlopig nee. Zijn fractievoorzitter Thomas Blinde gaat ‘wikken en wegen wat verstandig is’ en komt daar niet meer op terug. Frank Duijs (Noord-Brabant) heeft ‘geen interesse in een interview’. Zijn tussentijds weggelopen collega Stijn Roeles heeft ook geen interesse en wenst niet benaderd te worden via zijn werkmail.
Bezinning volgt later
Loek van Wely is ‘over het algemeen best open naar de media toe’, maar: ‘ik vind het nu nog te vroeg voor een terugblik. Ik zal stoppen in de Provinciale Staten en de senaat en pas daarna is er tijd voor bezinning en reflectie.’ Grite Wymenga (Friesland) gaat er nog even over nadenken en komt er vervolgens niet op terug. Ze heeft zich gestoord aan de wijze waarop ik over haar heb geschreven.
Henk Scholtz (Groningen) deelt me mee niet aan mijn verzoek te voldoen ‘aangezien ik geen reden zie u ter wille te zijn’. Ik zou zijn naam bovendien verkeerd spellen, al gebruik ik dezelfde spelling als zijn nieuwe partij BBB. De Brabantse oud-gedeputeerde Eric de Bie meldt: ‘We hebben elkaar nog nooit gesproken, maar dat heeft je er niet van weerhouden over mij en de partij waartoe ik op dat moment behoorde, te schrijven. Tot op heden was dat weinig positief en evenmin genuanceerd.’
Op mijn vraag of Statenleden niet een verplichting hebben zich te verantwoorden en het dus niet gaat om hun interesse in verantwoording, maar om die van de buitenwereld, laat fractievoorzitter Matthijs Sandmann (Zuid-Holland) weten:
‘Er valt voor een oppositiepartij niet heel veel te reflecteren. JA21 bepaalt het beleid (nog) niet. De mensen die wel veel te reflecteren hebben zijn de verantwoordelijken voor ons vastgelopen asielbeleid (waarom geen opvang volgens het Deense model in een veilig land waar wel ruimte is? Er is geen EU regel die dat verbiedt, lees de verdragen maar). Of neem alle politici die jarenlang riepen dat biomassa stoken groen en duurzaam is, maar kernenergie niet. Die hebben wel wat te reflecteren. Nog niks van gehoord!’
Inhoudelijke resultaten
Een Statenlid zegt in een gesprek dat hij geen enkel resultaat heeft geboekt. Een ander zegt dat zijn fractie ‘geen reet’ bereikte, behalve dat hij wekelijks een dag niet kon werken. Er zijn her en der wel moties aangenomen, maar dat is alles. De teleurstelling is duidelijk: de Statenleden hadden vaak gedacht dat ze invloed konden hebben, bijvoorbeeld op de Regionale Energie Transitie of op infrastructuur, maar dat viel tegen. Forum staat te ver van het politieke midden af en is te weinig bereid tot compromissen.
Het belangrijkste resultaat is het energiebeleid. Dat is de afgelopen jaren volgens de Statenleden realistischer geworden. Kernenergie wordt nu serieus overwogen, in tegenstelling tot een paar jaar geleden. Biomassacentrales waren een duurzaam paradepaardje, maar hebben hun glans verloren en staan nu eerder als milieuonvriendelijk te boek. Er is meer bewustwording over hoe lastig de energietransitie is en dat windmolens niet de heilige graal zijn. FvD heeft hier een rol in kunnen spelen, denken sommigen, maar het blijft de vraag of die bewustwording er met de stijgende energieprijzen niet sowieso zou zijn geweest.
De Statenleden kenden de provinciale politiek niet of nauwelijks en stapten achteraf naïef de politieke arena in. Zo hadden ze zich vaak geen rekenschap gegeven van het fenomeen ‘coalitieakkoord’. Ze wisten niet goed wat een plek in de oppositie zou betekenen. Voor hen betekende dit vaak politiek bedrijven zonder resultaat.
Er klinkt een hoop geklaag: coalitieakkoorden zijn dichtgetimmerd en zelfs coalitiepartijen die ervan willen afwijken worden teruggefloten. Als coalitiepartijen zich niet flexibel opstellen, is de oppositie vleugellam en kan deze niets bereiken. Zelfs op kleine thema’s is een motie meestal niet mogelijk omdat de coalitie de oppositie geen succesje gunt. Als een motie wordt aangenomen zou dat immers een traject inluiden naar tientallen vragen waarom deze nog niet is uitgevoerd.
Statenleden hadden de mogelijkheid om tegengas te geven en andere partijen bewust te maken van nieuwe argumenten, maar dat is iets anders dan de koers wijzigen. Het is al heel wat als je de olietanker een of twee graden naar links of rechts weet te krijgen, verzucht een Statenlid. Deze ervaringen lijken tot meer enthousiasme te leiden voor bestuurlijke vernieuwing, omdat er dan ook voor oppositiepartijen meer mogelijk is. Een extra-parlementair college zoals in Limburg vinden de Statenleden vaak een goed idee.
Verkeerde vraag
Twee Statenleden vinden de vraag over resultaten niet helemaal terecht. Je moet ook kijken naar wat er in de provincie te bereiken valt. De beleidsruimte van het middenbestuur is heel klein. De provincie kan bijvoorbeeld geen windmolens doordrukken, want men heeft medewerking van gemeenten nodig. De provincie komt ook vaak in beeld als pure uitvoerder van landelijk beleid. Een voorbeeld zien we in de stikstofcrisis. De Provinciale Staten hebben dan betrekkelijk weinig te willen, laat staan te veranderen.
Veel vergaderingen in de Staten zijn daarmee in de ogen van sommige Statenleden secundair, zoals bij kleine subsidietrajecten en publieke uitingen van gezagsdragers in binnen- of buitenland. Tevens wordt bij de vraag naar ‘resultaten’ een hele belangrijke taak vergeten, namelijk het simpelweg controleren van het dagelijks bestuur. Daar haal je de krant niet mee, aldus een Statenlid. Dit werk wordt in de buitenwereld niet als belangrijk gezien, maar het is juist essentieel voor een goed functionerend bestuur. Het leidt echter wederom niet tot het verleggen van de koers, al is de vraag of daar op provinciaal niveau überhaupt echt sprake van zou kunnen zijn.
De afgelopen jaren hebben vooral rechtse politici met enige ervaring opgeleverd, denkt een partijmedewerker. Statenleden zijn tijdens hun tweede periode waarschijnlijk effectiever door hun ervaring. JA21 heeft sowieso meer expertise dan destijds Forum. Dat klopt maar half: meer dan de helft van de Statenleden van JA21 is niet herkiesbaar.
Toch blijft de verwachting positief: er is ook bij kleine JA21-fracties kans op invloed, omdat de partij niet meer wordt gegijzeld door het extremisme van Baudet, denken meerdere medewerkers. Er is nu minder twijfel over de goede intenties van de partij. Je kunt geen interne tegenwerking gebruiken, denken de medewerkers. Je moet je dossiers goed kiezen en niet alleen maar wat roepen. Toch kwamen velen de laatste jaren niet verder dan dat laatste.
Eigen inzet
Henk Otten deed destijds veel moeite om goede Statenleden voor Forum te vinden. Of dat altijd is gelukt is twijfelachtig. Betrokkenen zien in ieder geval genoeg slechte voorbeelden. Zo waren veel kandidaten inhoudelijk niet onderlegd en bleek het niet duidelijk waar ze voor stonden. Soms maakten Statenleden vreemde sprongen: Grite Wymenga was op een gegeven moment geen FvD-lid meer, maar bleef in de Friese fractie. Wat dit betekende voor haar standpunten bleef mistig.
Ook anderen deden iets dergelijks: Ewald Kegel (Zuid-Holland) ging van Forum naar GO en weer terug en ook Robert Koevoets (Zeeland) kwam na twee jaar afwezigheid terug bij Baudet. Het is moeilijk te begrijpen wat ze drijft. Hetzelfde geldt voor de FvD’ers die na de crisis van eind 2020 zijn gebleven. Wat is nu precies hun positie ten aanzien van extremisme? Zijn ze het ermee eens, zien ze het niet of willen ze het niet zien?
Sommige FvD’ers raakten hun geloofwaardigheid kwijt om andere redenen. De Gelderse fractievoorzitter Arjan de Kok riep in maart 2021 christelijke kiezers op om Forum te stemmen, maar verliet de partij kort daarna terwijl hij Baudet al langer goed kende. Sommige Statenleden hadden een voorkeur voor ideologische verhalen in de Statenzaal, ook als het ze ervan weerhield politieke punten te scoren.
Sommige Statenleden kwamen tot de conclusie dat iets bereiken zo moeilijk is dat ze het niet eens meer hoefden te proberen. Anderen hebben die intentie eigenlijk nooit gehad. Zij ventileerden vooral een opinie, al was die politiek irrelevant. Dat geldt volgens afsplitsers met name voor de mensen die bij Forum bleven. Zij zijn geen bedreiging, maar ook geen potentiële samenwerkingspartner meer, voor zover ze dat al ooit waren. Het feit dat de Provinciale Staten ook de controleur van de macht zijn, verdwijnt hier helemaal buiten beeld.
Verkeerde inschattingen
Sommige Statenleden hebben de taak verkeerd ingeschat: ze stapten op vanwege tijdsgebrek of de onmogelijkheid de functie met hun werk te combineren. Johan Stuut deed dat in Overijssel, Alex van Wijhe in Gelderland en Patrick Bauduin in Utrecht. Erwin Jousma (Friesland) wil om deze reden geen tweede periode en Maxim Gortworst (Flevoland) was om deze reden al binnen twee jaar weg.
Opvallend is dat dit excuus niet of nauwelijks wordt gebruikt door mensen die reden hebben om het te gebruiken, omdat ze op meerdere niveaus actief zijn. Zo is de Gelderse fractievoorzitter Peter Vermaas ook raadslid in Epe. Maikel de Bekker is Statenlid in Noord-Brabant en raadslid in Bergen op Zoom. Annabel Nanninga is actief in Amsterdam, Noord-Holland en de Eerste Kamer. Hans Smolders zat enige tijd naast de gemeenteraad van Tilburg in de Provinciale Staten. Als iemand van een andere partij dit zou doen, zouden deze politici roepen dat het om baantjesjagers gaat.
Het meest opvallend zijn de vele FvD’ers en ex-FvD’ers die niet opstapten maar gewoon niet meer kwamen opdagen. Cornelis van den Berg (Flevoland) was er eerlijk over. Hij kwam ongeveer een jaar niet naar de vergaderingen en schreef in een essay: ‘Mijn wegblijven is gevolg van gevoelens van teleurstelling, weerzin en zinloosheid, maar tegelijk een rationele actie: een protest tegen de gang van zaken, een oproep tot bezinning met motivatie om het anders te gaan doen, in de Staten en in heel het politieke bedrijf in Nederland.’
In Gelderland noteerde een journalist dat de leden van Forum het minst aanwezig zijn van alle fracties. Bijna de helft van alle afmeldingen komt van iemand die is verkozen via FvD. Afsplitser Tom Roetert is er nauwelijks en wijt dat aan zijn werk. Ook Armita Taheri – eveneens afgesplitst – is er een tijdlang nooit en stopt daarna helemaal. In Groningen is Eddy Kuiper zo weinig aanwezig dat hij door FvD uit de fractie wordt gegooid, waarna hij na enige tijd later zelf opstapt. Ook Andreas Bakir (Overijssel) is er opvallend weinig.
Statenleden verkeken zich op wat er van ze verwacht werd en dat is niet raar, want velen van hen hadden zich nooit terdege op hun taak voorbereid. Dat hun inhoudelijke resultaten minimaal waren en dat velen niet bereid zijn zich daarover te verantwoorden, mag eigenlijk geen verrassing zijn.
Dit is het negende deel uit de serie Afstand nemen van Forum. Lees hier het laatste deel.
Beeld: Mailtje van Eric de Bie, oud-gedeputeerde in Noord-Brabant.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.