Een ezel stoot zich niet telkens aan dezelfde steen, maar JA21 wel
Deze week presenteerde JA21 de kandidaten voor de Provinciale Staten. Daar was het gemor al. In Limburg trokken drie Statenleden zich terug, nadat ze zich pas kortgeleden bij de partij hadden aangesloten. Inmiddels blijkt er ook onvrede in een tweede provincie. JA21 zei maandagavond nog dat het proces zorgvuldig was doorlopen. Het illustreert het totale amateurisme op de rechterflank, waar men nooit van oude fouten leert. Hoe zorg je dat er geen gezeik over kandidatenlijsten komt?
Vroeger waren partijen meestal democratisch. Sommige zijn dat nog steeds, zoals PvdA, GroenLinks en D66. Globaal gaat het proces bij het opstellen van kandidatenlijsten als volgt: leden kunnen zichzelf kandideren en gaan vervolgens naar een kandidatencommissie. Die maakt een lijst en legt die voor aan de leden. Die stemmen ermee in of brengen wijzigingen aan. Dit is een transparant proces waarbij kandidaten die zich tekort gedaan voelen campagne kunnen voeren voor een betere plek.
Dit proces ziet er vaak lelijk uit. Ga naar een partijcongres van de PvdA en zie hoe kandidaten elkaar uitdagen voor een verkiesbare plek, meestal tevergeefs omdat de kandidatencommissie ze niet voor niets ergens onderaan de lijst heeft gezet. Toch heeft al deze lelijkheid een functie: als de commissie een fout maakt, kunnen leden dat corrigeren.
Corrigerende factor
Leden zijn dus een belangrijke corrigerende factor. Statenleden die hun werk goed doen, bij de achterban langsgaan, oog hebben voor de behoeften van de bevolking, sterke voorstellen doen en aanwezig zijn bij partijbijeenkomsten, hebben een goede kans hoog op de lijst te komen. Als Statenleden muurbloempjes zijn of niets bereiken, is de kans dat ze een tweede keer op de kandidatenlijst komen een stuk kleiner. Het systeem is niet feilloos, maar selecteert vaak wel de beste mensen.
Bekijk alle partijen aan de rechterkant van de VVD en je komt nauwelijks een serieuze partijdemocratie tegen. Dat geldt voor de PVV die helemaal geen leden heeft, maar ook voor Forum, JA21 en BVNL, waar wel leden zijn, maar waar hun invloed minimaal is. Al deze partijen zijn hiërarchische organisaties waar de top de beslissingen neemt en de leden daarvoor mogen klappen. De redenatie is nogal simpel: als de leden het er niet mee eens zijn, zeggen ze hun lidmaatschap toch op?
Er zijn allerlei redenen waarom rechtse partijen zich zo organiseren. Zo is rechtsextremisme aan de rechterzijde van de VVD nooit ver weg en dat levert onprettige plaatjes op. Er is echter nog een tweede reden: hiërarchische organisaties zijn gemakkelijker en sneller op te zetten dan een partijdemocratie. Zo komen we bij JA21. De partij lijkt een succes en dan lijkt interne democratie al snel ballast. Daarom is JA21 – in tegenstelling tot de eigen beloftes – nog niet aan democratisering begonnen.
Onbedoelde gevolgen
Je hoort politici op rechts al zuchten: wat is dit voor gezeur? Nanninga en Eerdmans voelen hun stemmers toch goed aan? Waarom zou er democratisch besloten moeten worden over de koers en de kandidaten? Als de leiding fouten maakt, zit men immers zelf op de blaren. Daar zit tot op zekere hoogte wat in. Natuurlijk heeft JA21 in de eerste plaats zelf een probleem als men zich van de achterban vervreemdt. Dat geldt overal. Het punt is dat een ondemocratische werkwijze vrijwel per definitie gedoe oplevert.
Als je kandidaat bent van de PvdA, weet je welk proces je ingaat, wie je beoordelen en hoe dat gebeurt. Bij JA21 is dat niet zo. Hier schermt men met kandidatencommissies, maar onduidelijk is wie daarin zitten, wie die samenstelling bepaalt, hoe mensen worden geselecteerd en met welke argumenten. Als de commissie een oordeel velt, kun je er niets aan doen, want alleen de partijtop bepaalt de lijst en dus hebben leden geen corrigerende werking. Zo heeft de partijtop carte blanche.
Zie hier het probleem in Limburg. Het is echt wel duidelijk dat Marcel Thewissen een goed Statenlid is. Waarom wil JA21 een onervaren nieuweling als lijsttrekker, terwijl een ervaren Statenlid beschikbaar is? Daar zijn de gefronste wenkbrauwen al. Bij de PvdA zouden leden er vragen over stellen en tegen stemmen. Dan zou Thewissen alsnog een kans maken. Bij JA21 niet, want daar is de kandidaatstelling een onderonsje waar geen partijlid invloed op heeft.
Ongelijke behandeling
Partijdemocratie is belangrijk omdat het leidt tot procedurele rechtvaardigheid. Goede kandidaten hebben de kans hoog op de lijst te komen, slechte kandidaten vallen af. Wat geldt als ‘goed’ bepalen de leden. Als je de kandidatencommissie niet kunt overtuigen, kun je het bij de leden nogmaals proberen. Als dat allemaal mislukt, heb je een eerlijke kans gehad. Bij JA21 niet: hier worden ondoorgrondelijke keuzes gemaakt die niet worden uitgelegd en ook niet kunnen worden gecorrigeerd.
Rechtse partijen hebben deze fout inmiddels talloze keren gemaakt. Een interne strijd om baantjes bestaat bij elke partij en dus heb je goede procedures nodig. Dat los je niet op door van bovenaf te bepalen wie wel en niet de gelukkige is. Niemand kan doorgronden waar deze keuzes op gebaseerd zijn en dus lijken ze bij twijfel gebaseerd op oneigenlijke argumenten. Is het vriendjespolitiek? Is men rekeningen aan het vereffenen? Zijn afgevallen kandidaten te kritisch? Of vormen ze een bedreiging voor de leiding?
Iedereen die naar de kandidatenlijsten van JA21 kijkt en daar middelmatigheid bespeurt, weet dat er iets niet klopt en dat dat de schuld van de partijtop is. Dat maakt kandidaten boos, ondergraaft de positie van het partijbestuur en leidt er vroeg of laat toe dat de partij ten onder gaat. Dit is talloze andere rechtse partijen gebeurd, dus waarom zou JA21 de volgende niet zijn?
Beeld: kandidatenlijst JA21 Limburg. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.