Onderzoek toont aan: het burgerinitiatief is een ellendig wanproduct
Het is een wekelijks ritueel in de Tweede Kamer dat door parlementaire journalisten vaak wordt genegeerd: het aanbieden van petities. Een groepje burgers of een maatschappelijke organisatie komt een verzoek doen of een rapport aanbieden. Het gaat altijd over een onderwerp waar de petitie-indieners aandacht voor willen, iets waarvan ze vinden dat het wordt genegeerd of waar ze het niet mee eens zijn. Er worden elk jaar zo’n honderd van zulke verzoekschriften aangeboden.
Een Kamercommissie neemt de petitie in ontvangst, stelt er nog wat vragen over en dan volgt een fotomoment, zodat de organisatie dit op de website kan zetten of naar de andere ondertekenaars kan sturen. Dan is het ritueel weer afgelopen. Dit alles elke dinsdag in de Statenpassage in de Tweede Kamer. Omdat de pers hier nauwelijks verslag van doet, hoor je vrijwel nooit dat dit fenomeen bestaat, laat staan wat er met al die petities gebeurt.
De Tweede Kamer heeft het Rathenau Instituut laten onderzoeken hoe dit instrument in de praktijk functioneert en wat betrokkenen ervan vinden. Wat blijkt? Iedereen is blij hoe petities werken: het is een makkelijke manier voor burgers om in contact te treden met politici, er worden nauwelijks eisen aan gesteld en de indieners zijn meestal realistisch over wat ze ermee kunnen bereiken. Ze gaan er niet vanuit dat hun eisen meteen worden ingewilligd. Eind goed, al goed, zou je denken.
Het burgerinitiatief
Maar nee. De petitie kent tegenwoordig ook een variant die minder vrijblijvend is: het burgerinitiatief. Dit instrument is inmiddels op vrijwel alle bestuurlijke niveaus ingevoerd. Hierbij kunnen burgers niet alleen een verzoek doen, maar hun onderwerp ook verplicht op de agenda van de Tweede Kamer zetten. Om dit niet helemaal uit de klauwen te laten lopen worden er eisen aan zo’n verzoek gesteld, waaronder een minimum van 40.000 handtekeningen.
Het burgerinitiatief wordt net als een petitie aangeboden aan de Tweede Kamer, waarna de ontvankelijkheid van het verzoek wordt getoetst: of het wel binnen de regels valt. Bij de invoering dacht men dat er dertig per jaar zouden worden ingediend. Het werden er hooguit vijf, waarschijnlijk door het verplichte aantal handtekeningen. Slechts een derde van de burgerinitiatieven is ook daadwerkelijk behandeld. De redenen daarvoor zijn niet bekend, maar ze laten zich raden: de meeste zijn niet ontvankelijk verklaard.
U raadt het nooit: het onderzoek van Rathenau laat zien dat de indieners vaak ontevreden zijn over dit middel. Ze doen er vaak jaren over om de benodigde handtekeningen binnen te halen en worden vervolgens met een bureaucratisch kluitje in het riet gestuurd. De indieners zeggen dat hun vertrouwen in de politiek is beschadigd en dat ze cynisch zijn geworden. Ze hebben het idee dat het burgerinitiatief allen maar voor de bühne is en niet om burgers echt meer invloed te geven.
Hoe nu verder?
Zo heeft Rathenau een interessant onderzoek geproduceerd, maar het instituut is opvallend voorzichtig met het trekken van conclusies. De vraag van de Tweede Kamer was of er een digitaal platform voor petities en burgerinitiatieven moet komen. Op basis van de algemene ervaringen is het heel duidelijk wat het antwoord is: met petities is niets mis, met het burgerinitiatief heel veel en daar gaat geen enkel digitaal platform bij helpen. Maar zo staat het niet in het rapport.
Zomaar een idee. Burgers dienen een petitie in. Als een Kamerlid belang hecht aan het onderwerp van die petitie, kan hij of zij ermee aan de slag en komt het vroeg of laat op de Kameragenda te staan. Daar is helemaal geen burgerinitiatief voor nodig. Als een petitie eenmaal tot actie van een Kamerlid heeft geleid, of dat nou een standpunt, debat of motie is, kan dat Kamerlid daar weer publiciteit voor zoeken en zo de mensen achter de petitie plezieren. Zoals het nu ook al gaat eigenlijk.
Wat voegt een verplichte agendering middels een burgerinitiatief daaraan toe? Als Kamerleden het onderwerp niet uit zichzelf willen oppakken, kun je uittekenen dat het onderwerp sowieso in een la verdwijnt, ook als burgers een vergadering erover afdwingen. Het beste voorbeeld is het burgerinitiatief ‘uit vrije wil’ over een vrijwillig levenseinde. Het werd behandeld, maar vooraf was al duidelijk dat een meerderheid van de Kamer deze stervenshulp sowieso niet wil. Het initiatief was wat dat betreft dus op voorhand zinloos.
Als je vooraf al weet dat een burgerinitiatief niets extra’s oplevert ten opzichte van een petitie, waarom zou je het dan niet afschaffen? Een petitie volstaat.
Beeld: omslag rapport Rathenau: aanbieding van een petitie in de Tweede Kamer.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.