Een wetenschappelijk steuntje in de rug voor Nilüfer Gündogan
Je zou het bijna vergeten, maar eind december staan Nilüfer Gündogan en haar voormalige partij Volt weer tegenover elkaar in de rechtszaal. Dan dient het hoger beroep dat Volt heeft aangespannen tegen de beslissing in het kort geding van dit voorjaar, toen Gündogan eiste dat haar schorsing als Volt-Kamerlid werd teruggedraaid en ze weer terug wilde keren in de fractie. Ze won het kort geding met glans, maar dat zinde Volt niet. En dus komt er een vervolg.
De uitspraak in de kwestie Gündogan is omstreden vanwege de scheiding der machten. In deze zaak zegt de rechter iets over de samenstelling van een Tweede Kamerfractie en dat is toch echt aan de fractie zelf, zo vinden meerdere staatsrechtgeleerden en zo oordeelt ook Volt. Het Volt-bestuur heeft het over een slecht precedent. Dat Volt Gündogan vrij snel na haar terugkeer alsnog uit de fractie kieperde, maakt volgens Volt niet uit. Het gaat om een principiële zaak.
De uitkomst van rechtszaken voorspellen is een hachelijke zaak, al helemaal voor een niet-jurist, maar Gündogan zegt zich inmiddels op het hoger beroep te verheugen. In een interview vertelt ze dat ze Volt smaad, laster en samenspanning verwijt en dat daar nieuw bewijs voor is gevonden. Waar Volt helemaal geen bewijs zou hebben overgedragen, zou zij een hele boekenkast vol hebben. Wat dat bewijs precies is, wil ze nog niet zeggen. Zo blijft het spannend.
Een wetenschappelijke bijdrage
Ook de wetenschap roert zich. Eerder dit jaar kwam in Regelmaat, het Nederlands Tijdschrift voor Wetgeving een artikel uit van de Tilburgse hoogleraar Rob van Gestel. In Parlementair wangedrag toont hij aan dat het parlement onvoldoende in staat is wangedrag van Kamerleden aan te pakken. Fracties spelen eigen rechter en zijn meer bezig met imagobescherming dan met de zorgvuldige afhandeling van klachten. Klagers worden slecht juridisch beschermd en het is voor Kamerleden vaak aantrekkelijker om de eer aan zichzelf te houden dan het onderzoek af te wachten.
Van Gestel noemt een aantal zaken die veel ophef veroorzaakten, zoals die van Tunahan Kuzu, Sidney Smeets, Frans van Drimmelen en Gijs van Dijk. In al die gevallen ontstond discussie over de klachten en de afhandeling ervan. Volgens Van Gestel zou het beter zijn klachten niet meer te laten onderzoeken door particuliere onderzoeksbureaus, maar door het college voor integriteit van de Tweede Kamer. Dit neemt alle schijn van partijdigheid weg.
De belangrijkste zaak in dit rijtje is die van Gündogan, aldus Van Gestel, omdat die helemaal uit de hand liep. De rechter constateerde dat er bij deze schorsing geen schriftelijk gemotiveerd besluit lag en dat deze sanctie niet kon worden gebaseerd op het fractiereglement omdat deze maatregel daarin ontbreekt. Volt legde daarnaast niet uit waarom de schorsing noodzakelijk was, lichtte de klachten niet aan Gündogan toe en paste geen hoor en wederhoor toe. Dat kan allemaal sowieso niet door de beugel.
Nieuwe interpretatie
Staatsrechtgeleerden hebben de uitspraak over Volt en Gündogan betwist omdat deze betrekking heeft op een politieke partij. Maar Van Gestel interpreteert de zaak anders:
‘In de zaak Gündogan gaat het niet primair om een politieke vraag, maar om individuele rechtsbescherming, aangezien een Kamerlid hier een soort zelfbedachte tuchtrechtelijke sanctie opgelegd krijgt, namelijk schorsing, zonder dat daar een wettelijke, verenigingsrechtelijke of reglementaire basis voor is.’
Van Gestel stelt dat het niet vreemd is dat de rechter in dit geval individuele rechtsbescherming biedt aan een Kamerlid wiens rechten met voeten worden getreden door de partijleiding. Het gaat eigenlijk om een redelijk weloverwogen vonnis:
‘De rechter geeft terecht geen inhoudelijk oordeel over hetgeen Gündogan verweten wordt, maar biedt als restrechter rechtsbescherming aan een Kamerlid dat voorbarig tijdelijk op non-actief wordt gesteld onder tromgeroffel van persberichten en zonder dat zij enige serieuze kans heeft gekregen om zich te verdedigen.’
Van Gestel maakt de vergelijking met een vechtpartij: als een fractieleider een fractiegenoot het ziekenhuis in slaat, is dat ook geen politieke aangelegenheid waar de rechter zich niet over zou mogen uitspreken. Opeens denk je: het zou zomaar kunnen dat Volt nog spijt krijgt van dat hoger beroep.
Beeld: Logo Regelmaat, Nederlands Tijdschrift voor Wetgeving.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.