JA21 begint langzaam op een normale partij te lijken

In maart zijn de Provinciale Statenverkiezingen en JA21 wil Nederland laten zien dat ze die heel serieus nemen. Vrijdagavond komen de kandidaten samen in een conferentiecentrum in Gorinchem. Hier blijkt zich een heus clubgevoel te ontwikkelen. Vanwege de treinstaking heeft een aantal kandidaten zich afgemeld, maar JA21 heeft geregeld dat zij door anderen worden opgehaald. Een rechtse partij heeft nog nooit met zoveel zelfvertrouwen de eigen kandidaten met elkaar laten kennismaken.
JA21 doet dat deze avond nadrukkelijk wel. De partij heeft de eerste ronde van de kandidatenselectie voor de Provinciale Statenverkiezingen achter de rug, horen we. Dat heeft tweehonderd kandidaten opgeleverd en zij zijn vanavond in grote getalen naar Gorinchem gekomen. We horen dat dertig zittende Statenleden wederom kandidaat zijn, plus 170 nieuwelingen.
Tot dusver organiseerden rechtse partijen nooit bijeenkomsten als deze, laat staan dat er pers welkom is. Dat is immers vragen om ongelukken met kandidaten die net iets te enthousiast migranten het land uit willen zetten. Dat probleem zou in Gorinchem kunnen spelen: de nieuwelingen hebben nog geen mediatraining gehad. Toch gaat het goed: op het oog is er nauwelijks pers, er zijn te veel kandidaten om te interviewen en de lijstvolgorde is nog onbekend, dus elke aanwezige kan zowel lijsttrekker als lijstvulling zijn.
Bekende gezichten
Het meest interessant zijn de huidige JA21-gezichten. Vandaag krijgen we een eerste beeld wie er als Statenlid willen blijven en wie niet. Het is halfslachtige informatie: niet alle kandidaten zijn aanwezig, dus afwezigheid is geen teken dat men vertrekt. Andersom klopt het – met een kleine slag om de arm – wel: als men hier zijn gezicht laat zien is men door de eerste selectieronde heen, al kan men nog steeds zwaar onverkiesbaar zijn. Het gaat in ieder geval om mensen die een tweede periode willen.
Wie gaan we in ieder geval terugzien? Eric Jensen en Daniël van den Berg (Noord-Holland), Matthijs Sandmann en Marcus Breet (Zuid-Holland), Wouter Weijers, Stefan Berlijn en Michiel Fiscalini (Utrecht), Kees Kok (Flevoland), Stijn Hesselink (Overijssel), Willem Rutjens (Noord-Brabant), Thomas Blinde, Harry Omlo en Frank Duut (Drenthe) en Maarten Goudzwaard (Friesland). Annabel Nanninga is in Noord-Holland niet herkiesbaar, meldt ze. In Overijssel stopt Frederik Tattersall ermee. Hij is inmiddels partijbestuurder.
Het meest interessant zijn de politieke transfers. In Limburg gingen vier FvD-afsplitsers verder als ‘Samen voor Limburg’ en dus niet als JA21. Drie van hen zijn in Gorinchem: Hans Reuser, Bart Smeets en Marcel Thewissen. Oud-gedeputeerde Ruud Burlet is er ook. Hij laat weten vooral interesse te hebben in het Senatorschap. De grootste verrassing is Fred Kerkhof: ooit 50Plus en via de Partij voor de Toekomst van Henk Krol naar Mooi Overijssel. JA21 is zijn vierde partij.
Geen discussie
Het is de bedoeling dat al deze mensen ook echt worden gekozen, horen we. JA21 heeft analyses van de kiezersmarkt laten uitvoeren en Maurice de Hond komt langs om er zijn licht over te laten schijnen. Meest interessant: over zetelaantallen gaat het niet. Sommige kandidaten lijken erop te rekenen dat JA21 ongeveer de helft van de FvD-zetels uit 2019 krijgt en dat de andere helft naar BBB gaat. Dat zou in veel provincies zo’n drie zetels moeten opleveren.
Zo krijgt JA21 langzaam de vorm van een echte partij, met één belangrijke uitzondering. Er is deze avond geen tijd voor discussie of vragen en we horen behalve twee minuten van Nicki Pouw-Verweij – die eerder actief was in Utrecht – niets over de ervaringen van zittende Statenleden. De kandidaten worden vooral bijgepraat over thema’s als migratie, de euro en de woningmarkt. Echt interessant is het programma dus niet, want dit wisten we allemaal al.
Deze avond wordt inhoudelijk pas interessant als René Cuperus het podium betreedt. Hij praat over de Atlas van Afgehaakt Nederland die hij met Josse de Voogd heeft geschreven. Cuperus aarzelt om bij JA21 te spreken, maar hij is toch gekomen want zijn mede-auteur is ook bij D66 geweest. In de aankondiging horen we dat Cuperus geen inhoudelijke instructie heeft gehad: een ongekende openheid in rechts Nederland, waar men tot dusver altijd krampachtig de regie probeerde te houden.
Afgehaakt Nederland
Cuperus vertelt over de zorgen van burgers en het fenomeen dat velen zijn afgehaakt. Tegenwoordig zijn burgers zelfs uitgekeken op Wilders en Baudet. Daar kunnen JA21, BBB en Pieter Omtzigt van profiteren. Burgers hebben vaak andere wensen dan het beleid uit Den Haag. Het beleid is economisch rechts en cultureel links, maar burgers willen vaak het omgekeerde: economisch links en traditioneel op cultureel terrein. JA21 zit dus redelijk goed, aldus Cuperus, maar is economisch te rechts.
Cuperus denkt dat JA21 een rol kan spelen bij het herstellen van het politieke midden. Hij denkt dat er veel wantrouwen rond de partij hangt vanwege de geschiedenis met Forum en dat het daarom belangrijk is de verschillen te markeren. Hij geeft er concrete voorbeelden bij: neem afstand van de corona-wappies, de hang naar autocratie, antidemocratisch en xenofoob extreemrechts en anti-elite complotdenken. In de zaal zijn wat minzame knikjes te zien.
Nooit eerder nodigde een rechtse partij een spreker uit die in alle vrijheid kritiek mocht leveren op de koers. Cuperus heeft gelijk: als JA21 een bestuurswaardige en constructieve partij wil zijn, moet men niet alleen voldoende kandidaten hebben, maar ook nadrukkelijk afstand nemen van het eigen verleden. Dat deed men al door uit Forum te stappen, maar men moet ook doorlopend en expliciet afstand blijven nemen van onwetenschappelijk, extremistisch en anti-rechtsstatelijk gedachtengoed.
Benieuwd of JA21 Cuperus’ woorden in de oren knoopt.
Beeld: JA21 in Gorinchem. Foto: Chris Aalberts.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.