Bij Volt is de ene crisis nog niet voorbij of de volgende dient zich alweer aan
Het Volt-bestuur heeft een nieuwe woordvoerder. Het is een man met een baard en hij nodigt me uit voor een persbriefing. Alle kranten zijn deze zondag aanwezig bij het Volt-congres, evenals NOS en RTL. Toch gaat het mis want behalve Guus Valk (NRC) en ik zijn alle journalisten te laat voor de briefing. De woordvoerder vertelt ons onder embargo dat de co-voorzitters vandaag gaan opstappen. Het is me volstrekt onduidelijk waarom we dit nu al te horen krijgen, maar Guus en ik houden het stil.
We horen dat er na de affaire-Gündogan maar weinig opzeggingen waren. Misschien hebben ze gewacht op vandaag, want dit congres wordt op verzoek van de leden georganiseerd. Het echte congres is in juni, maar de crisis is binnen Volt zo groot dat men niet langer wilde wachten. Het programma is eenvoudig: er komt een uitleg van het bestuur, waarna leden vragen mogen stellen. Niet geheel onverwacht blijken er talloze vragen te zijn, meestal over procedurele kwesties.
Dit zalencentrum in Den Bosch is voor veel partijen een geliefde congreslocatie. Dit vergemakkelijkt de vergelijking met bijvoorbeeld D66. Deze locatie – 1931 genaamd – is bij de partij van Kaag al snel goed gevuld, maar voor Volt is deze veel te groot. Er zijn ruim 600 mensen, de zaal is halfleeg en de borrel oogt al snel uitgestorven. Volt mag dan in korte tijd zo’n 13.000 leden hebben gekregen, het blijft een klein partijtje. Daarmee is een van de grootste problemen duidelijk: er zijn te weinig actieve leden.
Stemming over een stemming
Van alle nieuwe partijen is Volt de enige die een democratische partijstructuur heeft ontwikkeld. Toch zijn er al snel twijfels. In een motie wordt gevraagd om een nieuw, onafhankelijk onderzoek naar de zaak-Gündogan. Deze motie is door het bestuur afgewezen omdat er onvoldoende ondertekenaars waren. Een partijlid denkt dat dat komt omdat de stukken online slecht vindbaar waren. Er ontstaat een discussie van zeker drie kwartier of deze motie alsnog in stemming kan worden gebracht. Daar komt eerst een stemming over.
Partijsecretaris Rob Keijsers doet vandaag het woord. Hij is het enige bestuurslid met enige senioriteit. Zo lijkt het alsof hij voorzitter is, maar daar heeft Volt er al twee van. Guus en ik zijn de enigen die weten dat zij straks opstappen en zo begrijpen alleen wij hoe laf het is dat co-voorzitter Peter Paul de Leeuw vandaag helemaal niet aanwezig is. Een zakenreis is zijn rotsmoes om de laatste kans op een confrontatie met de leden uit de weg te gaan. Niemand bekritiseert het.
De Leeuw belt in vanuit Zuid-Afrika en zegt meteen dat de verbinding slecht is. Daar merken wij in de zaal niets van, maar zo kan de verbinding bij al te lastige vragen zonder al te veel problemen worden verbroken, zo lijkt het. De tweede co-voorzitter, Sacha Muller, zien we helemaal niet, want ze heeft een burnout. Bestuurder Auke Boomsma is eveneens alleen online aanwezig vanwege privéomstandigheden. Hij is tussentijds opeens weg. Zo is Volt feitelijk afhankelijk van het leiderschap van Keijsers.
Volt’s vriendenkliek
Volt is een vriendenkliek van vijf mannen, namelijk Boomsma en De Leeuw, fractievoorzitter Laurens Dassen, Europees voorzitter Reinier van Lanschot en partijmedewerker Jason Halbgewachs. Ze hebben er een enorme bende van gemaakt. Keijsers mag de scherven opvegen, terwijl ondertussen over hem het verhaal gaat dat hij de voormalige baas van Dassen is. Keijsers ontkent dat: ze werkten alleen op dezelfde afdeling. Toch blijft de indruk hangen dat Keijsers zijn voormalige ondergeschikte komt redden.
Over de zaak-Gündogan leren we eigenlijk niets. Keijsers legt met bestuurslid Emmy Mol een algemene verklaring af. Leden stellen ontzettend veel terechte vragen over hoe het bestuur de zaak heeft aangepakt: waarom was er een schorsing, waarom was dat op basis van één melding, hoe kwam Volt aan de andere meldingen die er aanvankelijk helemaal niet waren, waarom was de communicatie naar Gündogan zo hard en wat was nou precies de rol van het bestuur?
Intussen staat het bestuur op het podium en staren De Leeuw en Boomsma ons via een videoverbinding aan. De antwoorden leveren evenveel vragen op als voorheen. Het is een vreemde gewaarwording: de meeste bestuursleden op het podium hadden nauwelijks bemoeienis met de Gündogan-zaak, die door de co-voorzitters werd afgehandeld. De bestuursleden moeten vandaag van de leden aan reflectie doen, maar doen dat feitelijk op het handelen van anderen. Verrassing: het levert weinig op.
Duiken voor de leden
We horen Keijsers vertellen waarom Muller als voorzitter opstapt. Ze kan het niet combineren met haar baan en haar bedrijf. De Leeuw vertelt via het scherm dat hij zijn bedrijf voorrang geeft. Niemand komt op het idee hem aan de tand te voelen over de vraag waarom hij als eindverantwoordelijke duikt voor de confrontatie met de leden en waarom hij de door hem veroorzaakte ellende over de schutting gooit bij Emmy Mol, die zich nu een tijdje voorzitter a.i. mag noemen.
We horen dat het werk van de bestuurders te zwaar is. Dit is al langer een klacht van talloze Volt-vrijwilligers in binnen- en buitenland. De Leeuw meldt dat het voorzitterschap een fulltimebaan is. Het moet daarom een betaalde functie worden van 4800 euro per maand. Ook bij andere partijen is dit een betaalde baan, zo horen we. Dit verschilt echter per partij en Volt is relatief klein, dus hoe logisch dit is, is maar de vraag. Het is slimmer het takenpakket eens kritisch te bekijken.
Laurens Dassen klaagt ook al over het vele werk. Zijn emotioneel klinkende bijdrage levert nog een inkijkje op: het ontbreekt bij Volt zelfs aan de meest elementaire kennis. Dassen weet niet hoe zijn fractie moet samenwerken met het partijbestuur. Opeens snappen we waarom de verantwoordelijkheden continu door elkaar lopen en waarom iedereen zo druk is: iedereen bemoeit zich met alles. Niet vreemd dat het voorzitterschap van een vereniging met voornamelijk inactieve leden een dagtaak is.
Bredere problemen
Volt begon enthousiast een partij op te bouwen, maar een professionele organisatie werd het nooit. Dat de Europese koepel van Volt een amateuristische club is was al langer bekend, maar de Nederlandse tak blijkt nauwelijks beter. Het Volt-bestuur ontstijgt het niveau van dat van een studentenvereniging niet. Een bestuurslid presteert het om op het podium te zeggen dat leden wel praten over de waarden van Volt, maar dat het eigenlijk helemaal niet duidelijk is wat die zijn. Pardon?
Zo is de affaire-Gündogan opeens glashelder. Er was een tekort aan mensen en zo kwam Gündogan – vrouw, gekleurd, politiek ervaren, belezen, scherpe tong – in de Tweede Kamer. Er was al snel ruzie. Niemand greep in want men had geen idee. Toen waren er klachten en wist men het helemaal niet meer. Alle problemen waren voor de bestuurders een maatje te groot. Hun oplossing is steeds hetzelfde: meer reglementen, commissies en rapporten, maar die hebben als voornaamste gevolg dat de werklast verder toeneemt.
Bij de koffie zegt een raadslid dat de deelname aan de gemeenteraadsverkiezingen eigenlijk al te zwaar was. Er waren in minstens twee van de tien gemeenten problemen. Zo werpt de crisis een blik vooruit: Volt wil volgend jaar meedoen aan de Provinciale Statenverkiezingen, maar heeft opnieuw te weinig mensen en wordt geleid door bestuurders die niet inzien dat dit tot ellende gaat leiden. Idealen kun je niet waarmaken als de organisatie en de bemensing niet op orde zijn. Iedereen snapt dat, behalve het Volt-bestuur.
Deze blog verschijnt ook bij Joop. Beeld: borrel bij het Volt-congres (Chris Aalberts).
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.