Daar zijn de eerste scheurtjes in het politiek leiderschap van Joost Eerdmans
Verdeeldheid bij JA21. Fractievoorzitter Joost Eerdmans stemde donderdag tegen de motie van wantrouwen tegen Hugo de Jonge. Zijn collega Maarten Goudzwaard stemde ook tegen, Derk Jan Eppink voor. Via Twitter leren we dat Nicki Pouw-Verweij voor de motie van wantrouwen was, maar zij wordt tijdens haar zwangerschapsverlof vervangen door Goudzwaard. Ook Eerste Kamerlid Annabel Nanninga zou voor de motie hebben gestemd. Dit brengt ons op de vraag wat hier aan de hand is.
Laten we niet moeilijk doen: fracties stemmen veel te vaak eensgezind, fractiediscipline is de dood in de pot en de politiek zou er erg van opfleuren als Kamerleden zelfstandiger naar eigen geweten zouden stemmen. Wat dat betreft is deze verdeelde stemming wel te waarderen, maar vanuit het perspectief van JA21 knaagt het. Waarom is deze partij op aarde? Laten we luisteren wat Goudzwaard zei tijdens het debat. Dat geeft een aardig beeld waar JA21 voor staat:
‘Als nieuwkomer heb ik voor het eerst de weerstand gevoeld van coalitiepartijen die massief de gelederen sluiten. Niet ons probleem, zo ervaar ik het. Maar het niet tijdig, onvolledig en onjuist informeren van deze Kamer, vormt een probleem voor de volledige Kamer. Als ik de situatie zo afgewogen mogelijk omschrijf, kom ik tot de conclusie dat minister De Jonge een gebrek heeft aan openheid en dit ook heeft laten blijken. Zijn bemoeienis bij de mondkapjesdeal van Van Lienden is onweersproken groter dan hij deed voorkomen. Dat had gewoon veel eerder op tafel moeten liggen en niet pas onder druk van onderzoeksjournalisten en de Wet openbaarheid bestuur.’
Nieuwe bestuurscultuur
Bij deze woorden lijkt JA21 de partij die een nieuwe bestuurscultuur wil, transparantie nastreeft en bewindspersonen op hun functioneren wil beoordelen. Er loopt een duidelijke lijn van FvD naar JA21: tegen het partijkartel van arrogante bestuurders die aan het pluche blijven plakken en denken overal mee weg te komen. Toch stemt Goudzwaard een paar uur later voor het aanblijven van De Jonge. Er valt geen logica in te ontdekken, laat staan in relatie tot het sentiment dat JA21 verwoordt.
Waarom stemt Eerdmans op dezelfde onnavolgbare manier? Waarom stuurt hij Goudzwaard erop uit om een kritisch verhaal te houden en stemmen ze vervolgens samen tegen die motie van wantrouwen? Waarom hebben ze niet naar fractiegenoot Eppink geluisterd, die kennelijk niet te vermurwen was en wilde dat De Jonge ophoepelde? Waarom niet even gebeld met de tweede partijoprichter – Nanninga – om haar visie te horen? Dat had een consistente stemming opgeleverd.
Bij JA21 zijn ze in de wolken met de goede peilingen van de laatste maanden. Als we Maurice de Hond mogen geloven is de partij de vierde of vijfde van het land. We weten hoe dat komt: JA21 tekent voor het profiel van Forum uit 2019: een rechtse VVD uit de Bolkestein-tijd. Dat is al heel lang een populaire positie in het politieke landschap. Iedereen ziet hoe dit zich kan gaan ontwikkelen: als JA21 het slim speelt wordt de partij de grootste. Er is maar één vraag: zit JA21 goed in elkaar?
Een haastige aanloop
Niemand lijkt een analyse te maken van die vraag. Een poging. Bij de crisis binnen Forum, eind 2020, kwamen tientallen politici zonder partij te zitten. De belangrijkste: Joost Eerdmans, die door weg te lopen zijn Kamerlidmaatschap leek te verspelen. Hij dreigde eeuwig gemeenteraadslid in Rotterdam te blijven. Niet zo gek dat hij pas als een van de laatsten Thierry Baudet liet vallen. Hij zei een vorstelijke plek op de kandidatenlijst vaarwel. Wat nu?
Er was nog een prominent met een probleem: Annabel Nanninga. Zonder partij zou de inmiddels fulltime politica – met posities in de Eerste Kamer, Provinciale Staten en Amsterdamse gemeenteraad – niet herkiesbaar zijn. Dat probleem zou snel gaan spelen en dus had ook zij haast. Eerdmans en Nanninga wisten dat ze niet de enigen waren wiens herverkiezing bedreigd werd. Ze zagen tientallen FvD-afvalligen die een partij zochten. Zo ontstond JA21 en men haalde wonderwel nog drie zetels ook.
De belangrijkste les van mislukte politieke partijen: begin op het juiste moment en denk lang genoeg na over de organisatie en de bemensing. JA21 had die tijd niet. En dus keken de initiatiefnemers alleen wie er op dat prille moment aan tafel zaten. Er was maar één optie voor het politiek leiderschap: Eerdmans, want Nanninga kon een Tweede Kamerlidmaatschap niet combineren met haar andere functies. Dat zou tot problemen leiden in Amsterdam én in de Eerste Kamer.
Eerdmans gaat voor zichzelf
In tegenstelling tot Nanninga is Eerdmans nooit een FvD-prominent geweest. Hij bleef veilig in Rotterdam en deed hooguit wat klusjes op de achtergrond. Hij was ondertussen in Rotterdam nou niet bepaald een succes. Zijn wethouderschap mislukte, onder zijn leiding groeide Leefbaar niet en een deel van zijn partij steunt JA21 niet. Velen bij Leefbaar hebben liever Richard de Mos. Die interne verdeeldheid bij Leefbaar had voor JA21 een alarmbel moeten zijn.
JA21 had twee dingen kunnen weten: ongeveer iedereen in Rotterdam noemt Eerdmans een opportunist die alleen voor zichzelf gaat. Dat verklaart waarom hij zoveel partijen heeft versleten. JA21-kopstukken werden destijds gewaarschuwd dat Eerdmans geen bindende kracht is, bezig is met zichzelf, politiek gevoel ontbeert en daarmee voor verdeeldheid zorgt. Maar ja, er was haast en zo kwam Eerdmans toch op een invloedrijke positie terecht. Er was simpelweg niemand anders.
Nu zit JA21 met de gebakken peren. Eerdmans voelt de koers van zijn eigen partij niet aan. Leuk hoe Nanninga dat verpakt als ‘stemmen naar geweten’, maar men weet natuurlijk wel beter: er is in de begindagen een fundamentele fout gemaakt. Ga een willekeurig zaaltje van JA21 in en je hebt meteen door dat Nanninga de favoriet is, niet Eerdmans. Dat zal vroeg of laat consequenties hebben.
Deze blog verschijnt ook bij ThePostOnline. Beeld: Joost Eerdmans (still van Debat Gemist).
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.