Volt hoopte dat Nilüfer Gündogan zich als een mak lammetje zou laten afvoeren
Waarom zijn er dinsdagmiddag een kleine twintig journalisten bij het kort geding van Nilüfer Gündogan tegen Volt? Gündogan werd geschorst als Volt-Kamerlid en spande dit kort geding aan om die schorsing ongedaan te maken, maar inmiddels is Gündogan helemaal weg bij Volt, dus welk nut heeft deze zaak dan eigenlijk nog? Na wat rondvragen herinneren we het ons weer: Gündogan wil rectificatie van de beschuldigingen die Volt aan haar adres heeft gedaan, inclusief schadevergoeding.
Team-Gündogan bestaat vandaag onder andere uit advocaat Geert-Jan Knoops. Hij houdt een betoog van anderhalf uur: Volt heeft gesteld dat Gündogan grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond. Daar is volgens hem geen gedegen onderzoek naar gedaan. Ook betwist hij dat Volt correct handelde bij haar schorsing en de verwijdering uit de fractie. De vraag is bovendien of dit allemaal wel proportioneel is en of Gündogan wel genoeg ruimte heeft gekregen zich te verdedigen. We lopen deze vijf punten maar eens na.
Grensoverschrijdend gedrag?
De eerste vraag is over welk gedrag het nu eigenlijk gaat. Volt claimt dat mensen binnen de partij zich door Gündogan onveilig voelden. We komen hier op de interessante vraag wat grensoverschrijdend gedrag is. We horen de aanwezigen namens Volt zeggen dat dit gedrag geen opzet hoeft te zijn. Dat heeft vergaande implicaties: het gaat dus slechts om de ervaring van de melder. Dat dit tot enorme verschillen kan leiden van wat onder grensoverschrijdend gedrag valt wordt even vergeten.
Volt doet een poging de term van een invulling te voorzien: er waren dertien meldingen en dus was er sprake van een patroon, waardoor Gündogan wel geschorst moest worden. Ze maakt opmerkingen over het uiterlijk en de seksuele geaardheid van mensen, zet haar argumenten op oneigenlijke manier kracht bij, heeft drie mensen een tik op hun billen gegeven en bij een van hen zelfs meerdere tikken. Drie melders hebben melding gemaakt van seksuele avances.
Zeven melders zeggen dat Gündogan een problematische relatie met alcohol heeft. Negen hadden last van stevige verbale uitingen die ‘ongepast’ en ‘buiten proportie’ waren. De meldingen kwamen van oud-bestuurders, fractiemedewerkers en vrijwilligers. De lijst klinkt indrukwekkend, maar we horen fijntjes dat er een andere kant aan de zaak zit: er is nooit een overzicht gekomen van alle concrete incidenten. Er is over slechts één melding specifieke informatie.
Team-Gündogan geeft een heel ander beeld en gaat in op die ene klacht. Dit was aanvankelijk de enige melding, namelijk van haar persoonlijk medewerker die voorheen een vriend was, maar waarmee de relatie verslechterde. Appjes illustreren de relatie met deze homoseksuele jongen. In zijn apps zegt hij dingen als ‘sletje’ en ‘maagdelijke poes’. Een andere homoseksuele oud-medewerker zegt dat Gündogan ‘gay slang’ goed beheerst en daarom veel LHBT-fans heeft.
Gündogan wilde deze medewerker ontslaan en ziet de zaak als een arbeidsconflict. Er ontstaat wat discussie of dit klopt. Op het moment van de schorsing bestond alleen deze melding. Volt spreekt over twee stuks. Het waren er in ieder geval op dat moment geen dertien. De eerste melder zei wel dat er meer klachten zouden zijn. Het maakt een subjectieve indruk omdat bijna geen enkel hard feit wordt genoemd. Het is plat gezegd niet gebleken dat Gündogan naakt op een mannelijke medewerker ging zitten.
Gedegen onderzoek?
De tweede vraag is of er gedegen onderzoek naar Gündogans gedrag is gedaan. Volgens team-Gündogan is dat niet zo. Er volgt een lang betoog over een hoogleraar die kritisch is over de werkwijze van Bing: het bureau dat door Volt werd ingehuurd. Er zijn voorbeelden waarbij Bing op de vingers is getikt, zoals de seksrel in Wassenaar en een onderzoek naar oud-burgemeester Verwer van Schiedam. Volt houdt een lang betoog om te laten zien dat deze klachten dan weer onzinnig zijn.
Het Bing-onderzoek begon al voor de schorsing. Volt claimt bij herhaling dat Gündogan eraan mee had moeten werken, maar dat weigerde ze. Ze had dan haar kritiek op het bureau of de werkwijze kunnen inbrengen, aldus Volt. Gündogan wil wel meewerken aan onderzoek, meldt ze, maar niet aan dit specifieke onderzoek. De rechter merkt fijntjes op dat het niet vreemd is om het eerst eens te worden welk bureau het onderzoek zal uitvoeren en hoe. Dan ontstaat er achteraf geen discussie.
Mocht dit allemaal wel?
De derde vraag is of Volt Gündogan wel mocht schorsen en uit de fractie mocht zetten. De relevantie van deze vraag is betwistbaar: een fractie is een vrijwillig samenwerkingsverband en als de leden niet met elkaar verder willen, houdt het simpelweg op. Al met al is de breuk dus een voldongen feit, want de verhoudingen zijn sinds de laatste twee weken definitief kapot, als ze dat niet al langer waren. We horen team-Gündogan suggereren dat er bewust naar deze situatie is toegewerkt.
Er volgt juridische haarkloverij. De stelling van team-Gündogan is dat Dassen en het partijbestuur niet mochten besluiten tot schorsing en verwijdering uit de fractie, omdat dat aan de leden is. Er blijken behoorlijk wat voetnoten nodig om dit te concluderen en het verrast dan ook niet dat Volt deze stelling weer betwist. De kern is dan ook simpeler: dit punt wordt vooral aangevoerd omdat het zou laten zien dat Volt in het algemeen onzorgvuldig werkt.
Is dit proportioneel?
De vierde vraag is of de hele werkwijze wel proportioneel is. Hier blijkt duidelijk dat Volt met de kwestie in zijn maag zat maar dat men het goed probeerde te doen. Men vond het heel belangrijk een veilige werkomgeving te creëren. Met name de medewerkers op de fractie moesten ook echt op zo’n werkomgeving kunnen rekenen en dus was Volt verplicht iets te doen toen er klachten kwamen. We kunnen rustig concluderen dat iedereen vindt dat Volt het vervolgens fout deed, behalve Volt zelf.
We horen verwijten van het team-Gündogan dat ze voor de bus is gegooid, dat haar naam is besmeurd voor de rest van haar leven en dat haar zoontje van vijf erop wordt aangesproken op het speelplein. De vraag is of Volt zich realiseerde wat men deed toen men Gündogan ‘grensoverschrijdend gedrag’ verweet. Volt legt uit dat hier heel veel soorten gedrag onder kunnen vallen en dat Volt er niets aan kan doen dat de meeste mensen bij deze term aan #MeToo denken. Een wonderlijke manier van verantwoordelijkheid nemen.
Volt betwist aan het einde van de zitting zelfs dat Gündogan schade leidt door de werkwijze van de partij. Volgens Volt is alle ellende het gevolg van haar eigen gedrag. Team-Gündogan merkt fijntjes op dat ze nu slachtoffer is van wat Volt haar verwijt. De vraag waarom Volt niet naar de commissie voor onderzoek naar de integriteit van Kamerleden stapte blijft onbeantwoord. Gündogan wil inmiddels wel dat die commissie Volt gaat onderzoeken.
Kans op verdediging?
Zo luisteren we bijna vijf uur naar twee tegengestelde visies op de werkelijkheid. Dan komt de uitsmijter: volgens Volt is het inmiddels wel duidelijk dat Gündogan voor onveiligheid zorgt door de manier waarop ze op de zaak heeft gereageerd. Ze verdedigde zich terwijl ze niet met de media mocht praten, spande procedures aan en deed aangifte tegen de partij en de klagers. Dit illustreert dat de melders door Gündogan ook daadwerkelijk onveilig zijn, horen we.
Mooie cirkelredenering: een Kamerlid wordt voor de bus gegooid en krijgt vervolgens te horen dat ze zich niet mag verdedigen. Als ze dat wel doet, meldt de partij dat dat illustreert dat ze niet deugt. De grote vraag is: als een vrouw morgen Laurens Dassen beschuldigt van grensoverschrijdend gedrag, moet hij dan ook op zijn rug gaan liggen en alles maar over zich heen laten komen totdat zijn naam definitief is besmeurd en er voor altijd een sfeertje blijft hangen van ‘waar rook is, is vuur’?
De vraag stellen is hem beantwoorden. De uitspraak volgt op 9 maart.
Deze blog verschijnt ook bij Joop. Beeld: Nilüfer Gündogan staat journalisten te woord in de rechtbank in Amsterdam (Chris Aalberts).
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.