‘Alleen bij Laurens Dassen dacht ik: daar vertrouw ik op’
Volt doet in tien steden mee aan de gemeenteraadsverkiezingen. Tijd voor een kennismaking: wat gaat Volt in deze gemeenten veranderen? In Utrecht loop ik over de Nedereindseweg met de nummer twee, Charlotte Passier (30). In het dagelijks leven is ze business analist. We lopen deze winderige middag over deze landweg waar ondertussen opvallend veel sluipverkeer overheen raast. Aan weerszijden zien we grasland en wat vrijstaande huizen. Dit stuk niemandsland ten Zuiden van Leidsche Rijn staat bekend als polder Rijnenburg. ‘Dit is het grote thema van de gemeenteraadsverkiezingen,’ vertelt Charlotte.
Rijnenburg bevindt zich in een impasse en die wil Charlotte doorbreken: ‘De huidige coalitie van GroenLinks, D66 en ChristenUnie heeft afgesproken hier de laatste jaren niet te bouwen.’ Inmiddels is de situatie echter veranderd. Volgens Charlotte willen zowel D66, PvdA als VVD de komende periode wel bouwen. Alleen GroenLinks blijft tegen. ‘De kans is dus vrij groot dat die huizen er komen.’ Ook Volt wil bouwen en hoopt dat over vier jaar de eerste bouwwerkzaamheden zijn gestart. Inzet: 25.000 woningen.
GroenLinks wil windmolens aan de Noordkant van deze polder, legt Charlotte uit. ‘De kans dat hier veel windmolens komen te staan is niet erg groot. Mensen klagen over geluidsoverlast en slagschaduw.’ Charlotte ziet dan ook meer in zonne-energie. Dan blijft de vraag hoeveel huizen hier moeten verrijzen. Volgens Charlotte wil D66 er 40.000, maar Volt vindt dat te veel. ‘Volt staat heel anders in de wedstrijd. In Rijnenburg komen dingen samen: bouwen, duurzaamheid en innovatie. Wij zijn voor meer woningen én we hebben een mening over de leefbare stad, voorzieningen en groen.’
Charlotte heeft alle cijfers paraat: ‘In twintig jaar verwacht Utrecht een groei van 100.000 inwoners. Daarvoor hebben we 60.000 woningen nodig. Er is al een enorme achterstand, dus er moeten zo’n 75.000 woningen bijkomen.’ Veel alternatieven voor Rijnenburg zijn er niet: ‘Men zet momenteel in op binnenstedelijk bouwen, maar daar zit wel een maximum aan. Er zijn nog wel een aantal gebieden waar binnenstedelijk gebouwd kan worden, maar dat is op een gegeven moment niet meer leefbaar.’
Rijnenburg moet een toekomstbestendige wijk worden, vertelt Charlotte. ‘De uitgangspunten voor de nieuwe wijk moeten zijn dat deze duurzaam en innovatief is. Er moeten ook nog een aantal praktische problemen worden opgelost. Zo ligt dit gebied onder NAP en is het de vraag of het energienetwerk alle duurzame energie aankan. ‘Bij Volt willen we duurzaam en toekomstbestendig bouwen. Duurzaam bouwen betekent voor Volt dat we kijken naar de lange termijn. Deze polder moet niet onderlopen en het moet circulair en CO2-neutraal als het kan. We willen een leefbare stad houden en duurzame energie opwekken.’
Al die duurzaamheidseisen maken woningen duur. Je jaagt lage inkomens weg.
‘Het wordt er duur van, maar de keuzes die we nu maken werken door tot over vijftig of honderd jaar. We kunnen hier nu een wijk bouwen die goedkoop is, maar dan hebben we over vijftig jaar een wijk waar we niets mee kunnen. Wij vinden wel dat de overheid daar geld voor vrij moet spelen. Ik wil een circulair huis voor veel mensen. De gemeente en Den Haag moeten dat betalen.’
De OZB mag dus omhoog?
‘De OZB?’
Je vindt circulariteit belangrijker dan dat de minima hier kunnen wonen?
‘Nee, dat moet hand in hand gaan. Wij willen gemengde wijken. In Kanaleneiland willen we duurdere woningen en in deze nieuwbouwwijk willen we ook sociale huur. Ik kan wel percentages gaan roepen over sociale huur en middenhuur, maar daar waag ik me niet aan. Daar zijn we nog over in gesprek.’
‘Je moet ervoor zorgen dat iedereen een plekje krijgt in Utrecht. Er zijn 30.000 studenten in Utrecht. Wij vinden het belangrijk dat ook zij ruimte krijgen en dat er woningen voor hen zijn. We willen geen straten met alleen maar studentenwoningen en we willen ook geen straten met alleen maar dure woningen: we willen dat het wordt gemengd. Als straten minder dan 10% studentenhuisvesting hebben vinden we dat er panden verkamerd kunnen worden.’
Waarom heb je jezelf kandidaat gesteld?
‘Je kunt wel aan de zijlijn blijven mopperen of dingen frustreren, maar als je iets belangrijk vindt, moet je zelf iets doen. Voor mij was er nooit een partij waar ik in geloofde, maar ik geloof wel in Volt. Het is voor mij het besef dat je problemen van nu niet alleen in Nederland kunt oplossen. Er moet niet alleen een klimaatneutrale wijk komen in Utrecht. Die moeten overal in Nederland komen, in Europa en in de hele wereld. Dat heb je ook met criminaliteit. Ik denk dat Europa dan heel belangrijk is: daar zit een belangrijk deel van de oplossing van waar we nu tegenaan lopen. Volt uit heel bewust dat ze voor Europa is. Dat mis ik bij alle partijen. Er zijn best partijen die Europa belangrijk vinden, maar het wordt niet geuit.’
‘Voor mij gaat het bij Volt om de positiviteit en het echt actief samen willen werken. Wat is het probleem, wat zijn de oplossingen en daar de beste oplossing uit kiezen. Natuurlijk gaat dat over waarden: dat het duurzaam is, sociaal en innovatief. Wat mooi is aan Volt is dat alles samenkomt. Je had bij de Tweede Kamerverkiezingen interviews bij Nieuwsuur. Alleen bij Laurens Dassen dacht ik: daar vertrouw ik op. Met hem geloof ik dat het goedkomt. Hij is heel genuanceerd en constructief. We kijken naar alle oplossingen en gaan niet bij voorbaat dingen afschuiven. Dat is het gevoel wat je bij andere partijen vaak wel hebt. Wij hebben een opener blik.’
Wanneer is je raadslidmaatschap een succes?
‘Ik wil het gevoel hebben dat we de waarden waar Volt en ik voor staan terug gaan zien in het beleid van de gemeente. Als ik mijn steentje kan bijdragen, vind ik dat mooi. Ik weet voor mezelf waarom ik in de gemeenteraad wil en daar geloof ik in. Het gaat vast niet altijd leuk zijn, maar ik ken mensen die elders in de gemeenteraad zitten en die vinden het de leukste baan ooit.’
Volt doet voor het eerst mee aan de gemeenteraadsverkiezingen. Ik praat tot aan de verkiezingen met de nummers twee om te leren wat Volt gaat brengen op lokaal niveau. Beeld: Charlotte Passier in Rijnenburg (Chris Aalberts).
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.