Volt Utrecht is een ongeïnformeerde versie van D66
Volt wil meedoen aan de Utrechtse gemeenteraadsverkiezingen en dus moet er een verkiezingsprogramma komen. Donderdagavond komen de leden bijeen in sushi restaurant Suzi om mee te denken met het beleidsteam. De avond levert ruim vijftig aanwezigen op, een aantal waar veel andere partijen alleen maar van kunnen dromen. Hoge verwachtingen alom. Volgens een aanwezige was Volt hier de derde partij bij de Tweede Kamerverkiezingen. Nu wil men drie zetels in de gemeenteraad, maar er moet nog veel gebeuren: het ontbreekt aan een verkiezingsprogramma en er zijn ontzettend veel vacatures.
Of alle vacatures echt vervuld gaan worden is nog niet helemaal duidelijk. Volt mag dan redelijk veel leden hebben, erg actief lijken ze niet. Veel aanwezigen blijken niet op het intranet van Volt te zitten en velen piekeren er niet over om komende maand naar het Europese Volt-congres in Lissabon te gaan. Tweede Kamerlid Marieke Koekkoek werd met voorkeursstemmen gekozen omdat er in Utrecht campagne voor haar werd gevoerd, maar als ik vraag wat Koekkoek in de Tweede Kamer doet weet bijna niemand het. Het tekent het onervaren en ongeïnformeerde karakter van deze groep. En dan moeten de beleidspitches nog komen.
Inclusiever participeren
Suzanne geeft een pitch over burgerparticipatie. Slechts vijf procent van de bevolking dient weleens een burgerinitiatief in. Waar Suzanne het precies over heeft is niet duidelijk: gaat dit over de procedure om voorstellen van burgers op de agenda van de gemeenteraad te zetten of over subsidieverzoeken? Uit een voorbeeld blijkt dat laatste: burgers hebben ooit geld aangevraagd voor bokslessen. Toch blijkt uit andere voorbeelden juist het omgekeerde: de groep praat enige tijd over burgerfora als manier om burgers meer invloed op het beleid te geven.
Het probleem van de burgerinitiatieven is dat altijd dezelfde mensen ze indienen, meldt Suzanne. Ze zijn hoog opgeleid, ouder dan 25 en hebben geen migratieachtergrond. Eigenlijk hetzelfde publiek als hier bij Volt, voegt ze nog toe. Burgerparticipatie moet daarom ‘inclusiever’ worden. Digitale vormen moeten worden gepromoot om het allemaal toegankelijker te maken. Ook moet er voorlichting in het Engels komen. De burgerfora moeten lokaal op wijk- of buurtniveau worden georganiseerd en dan moet er geloot worden wie er deel mogen nemen. Zo wordt Utrecht weer van ons allemaal. Applaus.
Tijd voor reacties uit de zaal. Een vrouw vertelt dat er al wijkplatforms bestaan. Daar is een initiatiefgroep mee bezig dus Volt moet niet opnieuw het wiel uitvinden. Een andere vrouw begint te klagen dat participatie nu te veel tijd kost en dat het te moeilijk is. Het is bovendien helemaal niet hip. Opeens roept iemand dat de wijkraden – die inmiddels in wijkplatforms zijn veranderd – dat juist wel waren. Suzanne concludeert dat het tijd wordt voor een ‘best practices approach’. Applaus.
600 miljoen extra uitgeven
Dan komt Michiel pitchen over het basisinkomen. Er zitten in Utrecht veel mensen onder de armoedegrens en de overheid – zo weten we door de toeslagenaffaire – is tegenwoordig erg wantrouwend. Er zitten bovendien discriminerende elementen in de wet en in de uitvoering. Het is daarom tijd voor een nieuw instrument. De overheid moet durven innoveren en experimenteren en daarom moet er in Utrecht een experiment komen.
Michiel weet nog niet hoe hoog het basisinkomen moet worden en ook niet hoe het experiment uitgevoerd moet worden. Hij wil dat twintig procent van de bevolking meedoet en dat het experiment twee tot drie jaar duurt. Een jongen in de zaal denkt dat dit niet uit de gemeentekas betaald kan worden. Michiel vertelt dat er nu al veel geld wordt uitgegeven en met een basisinkomen hoef je dat natuurlijk niet twee keer te doen. Dit experiment zal besparen op de bijstand en op de toeslagen.
Een jongen denkt dat Den Haag zich ermee zal bemoeien. Michiel wil dit oplossen door EU-geld aan te vragen. Hij weet dat er op dit terrein subsidies bestaan. Michiel gokt op een kostenpost van een miljard en een besparing van 400 miljoen. 600 miljoen meerkosten dus, maar daar krijg je dan wel gezondheidsbaten en andere voordelen voor terug, al blijft onduidelijk welke. Een man denkt dat het experiment neerkomt op een hogere bijstand en dat is niet hetzelfde als een basisinkomen. Dit werkt ook ‘stigmatiserend’. Michiel wil vervolgens ‘gelijkheid aan de voorkant regelen’ en ‘dan gaan we het inclusief toetsen en uitrollen’. Applaus.
Overtuigend is anders
Na deze twee pitches gaan de leden in groepjes nog meer ideeën formuleren. Door tijdsgebrek worden de resultaten niet meer teruggekoppeld aan de rest. Dat is voor het beeld van Volt Utrecht misschien beter: deze partij betrekt veel mensen die nooit eerder actief waren en vinden dat ze zich nergens in hoeven te verdiepen. Zij vinden Volt interessant omdat de partij op een positieve manier aan oplossingen werkt en internationaal is georiënteerd. Zo ontstaat een kopie van D66, maar dan de ongeïnformeerde versie. Modieuze ideeën alom zoals loting, basisinkomen en inclusiviteit. Het kan niet op.
Deze avond verraadt het hoogopgeleide perspectief van de aanwezigen. Hier kan kennelijk niemand bedenken dat mensen uit Kanaleneiland geen burgerinitiatieven indienen omdat ze zich het schompes werken om hun huur te betalen. Inclusiviteit betekent bij Volt dan ook iets anders: dat expats subsidie en gemeentelijke informatie in het Engels moeten kunnen krijgen. Bij het basisinkomen worden nieuwe namen op oude regelingen geplakt omdat dat goed klinkt, maar niemand kan de positieve effecten benoemen, terwijl men ongeveer tegelijk beweert dat voorstellen van Volt ‘data-driven’ en bewezen effectief moeten zijn.
Bij Volt ontbreekt het elementaire besef dat je met dit soort gebabbel in de gemeenteraad niets zult bereiken en dat deze meningen vaak ook al – meestal in iets beter uitgewerkte vorm – bij andere partijen aanwezig zijn. Toch is er goed nieuws: in Utrecht wonen genoeg stemmers bij wie deze basale kennis eveneens ontbreekt.
Deze blog verschijnt bij Joop. Beeld: Zeepkist (Chris Aalberts).
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.