Pas na de gemeenteraadsverkiezingen breekt bij het CDA de pleuris uit
Het is crisis bij het CDA en daarom komt de partij deze zaterdag bijeen in Den Bosch. De crisis is inmiddels al uitgebreid gedocumenteerd. Zo heeft oud-minister Liesbeth Spies een epistel geschreven over de verkiezingsnederlaag en heeft Richard van Zwol een verhaal neergepend over de koers. We zien in Den Bosch de enorme zwakte van deze werkwijze: al het papierwerk doet de rust niet wederkeren. De leden zijn bozig en willen stoom afblazen. We zitten ruim een uur naar allerlei geklaag te luisteren. Zoals een partijprominent zegt: de leden waren er echt aan toe elkaar weer te zien.
Liesbeth Spies vertelt over het verdriet en de onmacht van de leden waar ze tijdens haar onderzoek mee in aanraking kwam. Zo komt een term naar boven die alle problemen samenvat: de partijcultuur. Er is niet zozeer een probleem met waar het CDA voor staat, maar wel met de manier waarop men met elkaar omgaat. Dat is niet altijd even respectvol en lerend vermogen is er ook niet. Met andere woorden: de omgangsvormen zijn zo ruw dat mensen weglopen of gefrustreerd raken en daar laat men zich intern slecht op aanspreken, laat staan dat men het eigen gedrag daarna aanpast.
Hoe hardnekkig dit probleem is, horen we in de woorden van Spies: haar aanbevelingen zijn ‘niet erg origineel’, zegt ze zelf. Vreemd dus dat ze zegt dat ze er alle vertrouwen in heeft dat dit gaat veranderen. Dat kan ze bijna niet menen: de problemen zijn volgens haar niet zomaar opgelost. Lastig, want vanwege de gemeenteraadsverkiezingen van maart is het allemaal erg urgent. De leek denkt meteen: dit komt niet meer goed, want een partijcultuur veranderen kost jaren. Toch doet Spies net alsof er een kansje is dat het CDA opeens heel snel lerend vermogen ontwikkelt.
Een eilandencultuur
Interim-partijvoorzitter Marnix van Rij spreekt de leden toe over de laatste maanden. Hij is geschrokken van de eilandencultuur die hij heeft aangetroffen. Ook Van Rij zegt impliciet dat de verbeteringen nog wel even op zich laten wachten: dit probleem is over een langere periode ontstaan. Van Rij vertelt wat er moet veranderen en dat klinkt opvallend basaal: men moet elkaar binnen de partij de ruimte geven en anderen niet de mond willen snoeren. Discussies binnen de partij zouden over de uitwisseling van argumenten moeten gaan en men moet feedback leren verdragen om er als team sterker van te worden.
De nieuwe partijcultuur omvat in ieder geval niet het ruiterlijk erkennen van fouten en het afleggen van verantwoording zodat de partij echt kan leren. Er zijn allerlei vragen over het vertrek van Pieter Omtzigt, de lijsttrekkerswissel van eind vorig jaar en de veranderingen in het partijprogramma zonder dat de leden daar inspraak in hadden. Op al deze punten zetten Spies en Van Rij de mistmachine aan, met onder andere het argument dat de gesprekken met Omtzigt vertrouwelijk waren. Zo blijven de grootste splijtzwammen uit de recente geschiedenis van het CDA in nevelen gehuld.
Het erkennen van fouten is een geaccepteerde manier om met een schone lei te beginnen, maar het CDA komt daar deze zaterdag niet aan toe. Later op de dag horen we dat de interne problemen van het CDA eigenlijk al stammen uit 2010, toen de partij ging samenwerken met de PVV. We hebben dat eerder dit jaar in een documentaire kunnen zien: daarin vertelde oud-Kamerlid Kathleen Ferrier hoe ze werd behandeld toen ze de samenwerking met Wilders publiekelijk bekritiseerde. Ook toen was discussie op argumenten al moeilijk of zelfs onmogelijk. Dat blijkt nooit veranderd.
Een echte middenpartij
Wopke Hoekstra meldt in zijn speech dat het CDA een middenpartij is voor iedereen die zich inzet voor het algemeen belang. Ook nu weer geen verantwoording: hoe kan het dat deze middenpartij zich keert tegen samenwerking met PvdA en GroenLinks? Waarom heeft deze middenpartij er in Brabant een half jaar langer over gedaan dan weggelopen FvD’ers om te erkennen dat Forum zeer extremistisch is geworden? Waarom past Omtzigt niet bij het CDA terwijl Hoekstra allerlei standpunten van hem lijkt te hebben overgenomen? Geen lid stelt er harde vragen over en niemand legt het ook maar een beetje uit.
Zelfs als Ruth Peetoom het woord neemt, zegt ze niets over haar eigen rol, terwijl deze problemen al onder haar voorzitterschap bestonden. Marnix van Rij, die de sfeer er met wat grapjes in probeert te houden, laat de leden klappen voor allerlei mensen die zich voor het CDA hebben ingespannen. De zaal klapt, maar geen woord over de behandeling die mensen als Kathleen Ferrier in het verleden hebben gekregen, of natuurlijk Pieter Omtzigt. De deur staat altijd voor Omtzigt open, zegt Hoekstra. Het is zo’n plichtsmatige uitnodiging dat het niet vreemd is dat Omtzigt er zijn reet mee afveegt.
De middag gaat op aan organisatorisch gedoe en wat ledenvoorstellen. De leden willen bijvoorbeeld dat de afschaffing van het leenstelsel een breekpunt is in de formatie. De zaal klapt alsof het CDA nu opeens een aantrekkelijke partij voor jongeren is. De werkelijkheid is dat niemand buiten de partij nog weet waar het CDA voor staat en dat interne discussie daarover vrijwel onmogelijk is door de ellendige partijcultuur. Zo kunnen we nu al een verwachting uitspreken hoe de gemeenteraadsverkiezingen voor het CDA gaan aflopen. Als de peilingen werkelijkheid worden raakt de helft van de CDA-raadsleden zijn functie kwijt.
Aangezien het CDA bij dit congres geen enkel probleem heeft opgelost, zal de pleuris pas eind maart 2022 goed uitbreken. Dan hebben alle werkloze raadsleden immers alle tijd om te gaan muiten.
Deze blog verschijnt bij ThePostOnline. Beeld: Congres CDA (Chris Aalberts).
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.