Met Volt krijgt de Rotterdamse Markthal een mooie Europese vlag
Volt neemt steeds meer het karakter aan van een gewone politieke partij en daarmee komt nadrukkelijker de vraag op tafel waarom Volt eigenlijk op aarde is. In maart 2022 zijn er gemeenteraadsverkiezingen en Volt wil her en der in het land meedoen. Zo ook in Rotterdam. 19 juni is er een congres waar een lokaal bestuur en een kandidatencommissie worden verkozen. Volt kan in de havenstad nu al niet meer stuk, zo lezen we in het AD: er zijn meer kandidaat-bestuursleden dan er posities zijn. Dat is inderdaad een luxe waar veel partijen op lokaal niveau alleen maar van kunnen dromen.
Volt heeft inmiddels bijna duizend leden in de regio Rotterdam. Bij de Tweede Kamerverkiezingen haalde Volt hier 3,4% van de stemmen, omgerekend één zetel in de gemeenteraad. Volt rekent zich ongetwijfeld rijk: in de peilingen van Maurice de Hond staat de partij op een verdubbeling en als dat in Rotterdam ook lukt, zijn twee raadszetels gegarandeerd. Als alle huidige partijen in de Rotterdamse gemeenteraad worden herkozen is Volt de veertiende fractie. Je zou dus zeggen: de gemeentepolitiek is in Rotterdam zo versnipperd, Volt moet wel een heel goed verhaal hebben om mee te doen.
De waarde van Europa laten zien
Helaas: Volt kan nog niet zeggen wat de partij in Rotterdam wil. Vrijwilliger Jelle Dijkshoorn meldt in het AD dat ‘ons belangrijkste doel is om Rotterdammers de waarde van Europa voor de stad te laten zien.’ Volgens hem is dat ‘onze grootste motivatie om ook op lokaal niveau actief te worden’. Volt is een erg Europese partij: deze heeft in gemeenten in verschillende landen dezelfde standpunten. In Frankfurt wil de partij mee gaan doen aan de coalitie en daar heeft Volt als belangrijkste meerwaarde dat de partij meer PR voor de EU wil, zoals de viering van Europadag, EU-projecten op school en een EU Welcome Desk.
Een vreemde gewaarwording: Volt is een partij voor kosmopolitische hoger opgeleiden en die weten in theorie heel goed wat een gemeente uitspookt. Deze bestuurslaag doet dingen als ruimtelijke ordening, wonen, lokale voorzieningen, zorg, klimaatbeleid, integratie en burgerparticipatie. In Rotterdam is de gemeente ongetwijfeld ook erg druk met de haven en de armoede op Zuid. ‘De waarde van Europa voor de stad laten zien’ hoort niet in dit rijtje thuis, maar bij Volt krijgen leden zo’n zin toch met droge ogen uit hun strot.
De leden zijn nog bezig met het programma, horen we Oudshoorn zeggen, maar er wordt al nagedacht over een tweede metrotunnel, in plaats van een brug of een tunnel voor auto’s. Het AD schrijft het nonchalant op en zo leren we iets nieuws over het succes van Volt. Dit is niet alleen het gevolg van goede marketing en andere partijen die sleetse merken zijn geworden, maar ook van totaal onkritische journalistiek. Landelijk zien we dat het scherpst: Volt mag allerlei waarden uitdragen die allang worden uitgedragen en er zijn nauwelijks journalisten die vragen wat de partij echt toevoegt. Zelfs op het kerndossier EU is dat een raadsel.
Geen financiële paragraaf
Maar het is nog een beetje erger. Als je een bestaande partij bent stuur je je landelijke verkiezingsprogramma naar het Centraal Planbureau (CPB) en daar rekent men dan de economische effecten door: een aardige manier om te voorkomen dat er geen sprake is van totale luchtfietserij. Het CPB kijkt niet naar nieuwe partijen en gelukkig maar, want bij Volt praat men nauwelijks over geld en geeft men zo ongeveer nul informatie over financiën. Bij elke voorgestelde investering kun je je dus afvragen wie dat in hemelsnaam moet betalen. Met stip op één: ‘klimaatneutraal in 2040’.
Het is precies dezelfde vrijblijvendheid die we bij Volt Rotterdam zien. Een metrobuisje meer of minder, wat maakt het eigenlijk uit? Klinkt toch goed, want zo’n buis is een prachtige imaginaire bijdrage aan minder CO2-uitstoot, al weet niemand hoeveel uitstoot het echt scheelt, wat dat kost en dus of die investering rendeert. Zo’n metrobuis kost al snel een miljard en dus zijn we heel benieuwd of er journalisten zijn die Volt gaan vragen waar al dat geld in de Rotterdamse begroting kan worden weggesneden. Waarschijnlijk blijft het stil, want Volt hoefde de eigen keuzes bij het landelijke programma immers ook nooit uit te leggen.
Opeens begrijp je waarom Volt als belangrijkste lokale speerpunt ‘de waarde van Europa voor de stad’ heeft. Die PR kost misschien een paar miljoen, maar het is in ieder geval in de begroting in te passen, waar dat vooralsnog niet geldt voor een extra metrobuis. Als er straks in Rotterdam weer een brede coalitie van een hele waaier aan partijen komt, doet Volt er toch wel aan mee. Die paar zetels uit het politieke midden zijn ongetwijfeld nodig voor de meerderheid. Zo’n coalitiedeelname zal sowieso soepel verlopen, want Volt vindt toch bijna hetzelfde als D66, PvdA en GroenLinks.
Wat Volt ervoor terugkrijgt weten we ook al: in navolging van Frankfurt een jaarlijkse viering van Europadag, aangevuld met een mooie Europese vlag op de Markthal. Rotterdam, gefeliciteerd ermee.
Deze blog verscheen bij Joop. Beeld: stadhuis van Rotterdam (Fred Romero)
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan!
Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.